Karin Bokhove is moeder van Kofi, een jongen van vijfentwintig jaar met klassiek autisme. Verstandelijk functioneert hij op het niveau van een tweejarig kind. Kofi woont in een instelling en gaat om de week het weekend naar huis. Zijn wereld is klein. Zelf kan hij zijn verhaal niet doen, dat maakt hem en mensen zoals hij kwetsbaar. Daarom probeert zijn moeder zo goed en zo kwaad als dat kan die wereld te beschrijven.