Cliënten die zich elke dag met een weer nieuwe lichamelijke kwaal melden bij hun begeleiders, vragen veel vakmanschap. Soms zijn ze letterlijk doodsbenauwd dat ze een ernstige ziekte hebben. De eerste paar keer schrik je mee, je onderneemt actie. Maar die bezorgdheid slijt en verandert in irritatie. Ergernis verergert de kwaal. Wat kun jij doen om de ingebeelde zieke zijn plezier in het leven terug te geven?
In het oktobernummer van Klik (verschijnt 21 september) een verslag van een cursus waarin kennis over wat werkt bij hypochondrie is vertaald voor mensen met een verstandelijke beperking. Coach Mieke Janssens komt bij het begeleiden van teams het probleem 'hypochondrie' (ziektevrees) vaak tegen.
Afgevaardigden van vier woonteams deden mee aan de cursus, en brachten allemaal een 'casus' mee. Een bewoner die voldoet aan de symptomen voor hypochondrie:
Als de cursisten hun hypochondrische cliënten beschrijven, vallen de overeenkomsten op: die hebben een lichte verstandelijke beperking (hoewel de aandoening ook voorkomt bij ernstiger verstandelijk gehandicapten). Ze hebben een redelijk zelfstandig leven geleid. Sommigen zijn getrouwd geweest, hebben een kind. Ze hebben het niet gered in hun zelfstandige leven, hebben enorm op hun tenen moeten lopen. Een frappante overeenkomst is dat alle cliënten die op deze cursus worden besproken een familielid hebben verloren aan een dodelijke ziekte.
Begrip voor angsten
Als je weet wat iemand heeft meegemaakt heb je al meer begrip voor zijn angsten. Want angst speelt een centrale rol bij hypochondrie. Hypochondrie is een vicieuze cirkel, van angst, lastig gedrag, isolatie en eenzaamheid, lusteloosheid, onbegrip en irritatie bij anderen. Je niet begrepen voelen roept weer nieuwe angsten op, en zo door. De kunst is die vicieuze cirkel te doorbreken. Begin niet bij het klagen van de cliënt (hoe laat ik hem daarmee ophouden), maar bij jezelf, bij je irritatie. Bij gedrag waarmee jij het patroon in stand houdt.
Het helpt als je jouw irritatie weet om te zetten in kalme, warme belangstelling voor de persoon, als je niet boos wordt of je ergernis met flauwe grappen verbergt. De ziekte is niet reëel, maar de heftige angst daarvoor wel degelijk. Net als bij kinderen wordt ook bij cliënten het vertrouwen in hun eigen kunnen bepaald door de mensen die belangrijk voor hem zijn.
Door Ronny Vink, foto Rob Huibers. Lees het hele verslag in Klik 10, verschijningsdatum 21 september.