Eerdere studies wezen in die richting, maar daarbij ging het om kleine onderzoeksgroepen van ernstig verstandelijk gehandicapte mensen die in instituten woonden.
Onderzoek
Onderzoekers van de Erasmus-universiteit in Rotterdam
volgden jarenlang ruim 500 mensen met Down syndroom van 45 jaar en ouder in het
zuid-westen van Nederland. Het is het grootste onderzoek op dit gebied ter
wereld. Een deel van de onderzochte mensen woonde in instituten, anderen
daarbuiten. De ernst van hun verstandelijke handicap varieerde. Gemiddeld 16,8 procent
van de onderzoeksgroep kreeg Alzheimer. (Van de Nederlandse bevolking krijgt
10 procent deze dementeringsziekte). Het percentage Down syndroom-mensen met dementie
verdubbelde iedere 5 jaar:
Van 45-49 jaar:
8,9%
Van 50-54 jaar:
17,7%
Van 55-59 jaar:
32,1%.
Chromosoom
Bij mensen boven
de 60 zakt het percentage naar 25,6 procent, omdat veel mensen met Down syndroom en
Alzheimer dan al zijn overleden. Dementie is een van de belangrijkste
doodsoorzaken in deze bevolkingsgroep. Mensen met Down syndroom hebben drie
chromosomen 21, in plaats van twee. Chromosoom 21 is verantwoordelijk voor de
bij Alzheimer horende overmatige eiwitafzetting in de hersenen, waardoor
hersendelen verdwijnen.
Meer weten?
Dementia en
mortality in persons with Down’s syndroom. Door A. Coppus en anderen (Erasmus
Universiteit Rotterdam). In Journal of Intellectual Disability Research,
oktober 2006. Internet: http://www.blackwellpublishing.com.