Hoe sluit je aan bij mensen met een (licht) verstandelijke beperking en stemmingsproblemen? In de Klik studiedag over Omgaan met stemmingswisselingen leerde coach Mieke Janssens de deelnemers op zoek te gaan naar de oorzaken en te zorgen voor rust, duidelijkheid en een dagstructuur.
Samen met trainingsacteur Rob Marinus gaf Mieke Janssens in de Klik studiedag op 4 oktober de deelnemers inzicht in het omgaan met problematische stemmingswisselingen bij mensen met een verstandelijke beperking. Ze ging specifiek in op drie veelvoorkomende diagnoses in de verstandelijk gehandicaptenzorg: depressie, borderline en niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Vanuit kennis over deze diagnoses, kregen de deelnemers met spelsituaties inzicht in de praktijk en vervolgens handvaten om hierbij aan te sluiten.
“Vaak zeggen deze cliënten: mijn hoofd zit zo vol. Wij kunnen hen helpen hun hoofd leeg te maken en vooral ook voorkomen dat hun hoofd zo vol raakt,” vertelde Mieke. Dat begint met het zien van de achterliggende (biopsychosociale) oorzaken van wisselende stemmingen.
Depressie
Zo kunnen de oorzaken van een depressie genetisch, psychologisch en sociaal zijn. Een depressie kan erfelijk zijn, of liggen in de opvoeding of omgeving (bijvoorbeeld pestgedrag op school). Ook spelen stemmingswisselingen bijvoorbeeld bij ziektes als diabetes op, bij een te lage of hoge bloedsuikerspiegel. Daarnaast kunnen hormonen (denk aan premenstrueel syndroom of pilgebruik) of voeding met snelle koolhydraten een rol spelen of de seizoenen hebben invloed op de stemming (winterdepressies komen het meest voor).
Vaardigheden
Mensen met een verstandelijke beperking missen bovendien de vaardigheden om met stemmingswisselingen om te gaan, doordat ze moeite hebben met
Bovendien zakken cliënten bij spanning en stress in lager emotioneel niveau, zoals bij gebeurtenissen als een verhuizing, waardoor ze vooral nabijheid nodig hebben.
Communicatie en contact
Je houding en communicatie als begeleider moet hierop afgestemd zijn, zo benadrukte Mieke tijdens de studiedag: “In de begeleiding gebruiken we vaak te veel taal en te moeilijke taal. Wees je ervan bewust: als je een woord niet kan tekenen, is het abstract en dus niet duidelijk voor cliënten.”
Zo speelde Rob een cliënt die in een 24-uursvoorziening woont in zijn eigen appartement en niet naar dagbesteding wil. Als Mieke om 10 uur ’s ochtends langs komt en het nog donker is, spreekt ze hem toe: Kom op, zet je schouders er eens onder. Rob reageert dat hij last heeft van zijn rug, de beeldspraak gaat aan hem voorbij. Als ’s avonds een andere begeleider langskomt is Rob in een andere (manische) bui: druk vertelt hij dat in de bitcoins gaat handelen met een vriend.
Bij het nabespreken valt op dat de begeleider in het spel wel erg negatief en bepalend was en geen complimenten maakte, niet had opgemerkt dat Rob bijvoorbeeld alsnog uit zijn bed was gekomen. Mieke: “Maak contact, stel vragen, wat wil de cliënt? Zorg dat hij beter in zijn vel komt. Iemand die een depressie heeft, voelt zich waardeloos. Geef hem een positief gevoel, ga wandelen of een kopje thee met hem drinken en bied zo een dagstructuur.”
De valkuil van begeleiders is volgens haar dat ze te veel adviseren en zeggen wat cliënten moeten. “Zeg dat ze niet zo moeten zeuren”, hoor ik dan van cliënten. De één zegt dit, de ander dat. Ik doe het nooit goed.”
Ook is in groepen functioneren lastig voor cliënten met stemmingsproblemen, terwijl eetsituaties vaak wel gezamenlijk zijn ingericht. De begeleidingssituatie kan ook leiden tot stemmingswisselingen, doordat begeleiders teveel wisselen of iets beloven en niet waarmaken.
Borderline
Borderliners doen een groot beroep op hun begeleiders, vanuit hun verlatingsangst door problemen in de hechting. Bij deze emotieregulatie stoornis is een signaleringsplan belangrijk: wat triggert iemand en hoe zie je het als de spanning oploopt?
Kijk vooral wat helpt om iemands hoofd te legen en bied hiervoor regelmatig momenten aan in de dagstructuur, zo adviseerde Mieke. Zoals bijvoorbeeld schrijven in een dagboek om emoties te verwerken of helpen met visualiseren van gedachten in een mindmap: wat is er aan de hand?
“Pesten is testen bij borderliners,” legde Mieke uit, “Blijf jij voorspelbaar, eenduidig? De cliënt wijst naar ons en houd je een spiegel voor.”
Niet-aangeboren hersenletsel
Bij mensen die na de geboorte hersenletsel hebben opgelopen, zijn overprikkeling en een tragere verwerking van prikkels de belangrijkste kenmerken. Dit leidt tot vermoeidheid en frustratie-agressie: enorme boosheid uit het ‘niets’; door een vol hoofd.
“Start bij deze cliënten met een observatie: wat levert spanning en stress op, wat geeft prikkels?” zei Mieke. “Zijn er rustmomenten in de dagstructuur, hoe bereid je mensen voor op iets onverwachts?”
Rob speelde een cliënt met NAH in een kookgroep, die van begeleider Mieke de uien fijn moet snijden. De muziek en een andere cliënt die aandacht vraagt, storen hem. Als Mieke dan ook nog zegt dat hij niet fijn genoeg snijdt, ontploft hij en ‘vindt het snijden niet fijn meer’.
Bij het nabespreken blijkt dat de begeleider de handelingen van het uien snijden beter had kunnen voorbereiden en visualiseren. Ook was niet duidelijk wat fijn snijden is.
Houding en emoties
Taal blijft dus een aandachtspunt, en je houding als begeleider speelt ook een rol. Door hun wisselende gedrag, kunnen begeleider hen als last(ig) ervaren. “Wij willen helpen, maar wat als helpen niet helpt? Dan bestaat het gevaar dat je vanuit onmacht reageert,” zei Mieke.
Expressed emotion is de wisselwerking tussen gedrag van cliënt op gedrag van begeleider. Begeleiders die vanuit een hoge expressed emotion begeleiden, raken geïrriteerd en uiten dat ook al dan niet non-verbaal.
Mieke: “Vooral cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis zijn hier gevoelig voor en scannen je, vanuit wantrouwen: blijf je nog hetzelfde, val je niet om, blijf jij mijn belangrijke ander? Ik kan als cliënt al niet met mijn eigen emoties omgaan, laat staan met jouw emoties.”
Om te zorgen dat je uit je eigen emoties blijft, is het nodig om terug te kunnen vallen op ‘kennis, erkennen en aansluiten’, zo maakte Mieke duidelijk. Daarvoor kregen de deelnemers uitleg over gesprekstechnieken en begeleidingsmethodes, zoals de cirkel van motivatie en oplossingsgericht werken, waarbij je de cliënt actief maakt om te kijken wat hij als oplossing ziet. Tot slot bespraken de deelnemers aan de hand van eigen casuïstiek hoe ze dit in de praktijk kunnen toepassen. |
Op 12 juni 2020 is er een nieuwe Klik studiedag over Stemmingswisselingen door Mieke Janssens, inschrijven is nu mogelijk via www.klik.org/studiedagen/.