Behandeling in fases helpt getraumatiseerde meisjes

Meisjes die vanwege een rechterlijke maatregel in gesloten jeugdzorginstellingen zitten, kunnen in Nederland beter geholpen worden, namelijk met een gefaseerde therapievorm die goed aansluit bij hun complexe problematiek. Dit stelt onderzoeker Laura Leenarts in haar proefschrift, waarop zij 21 juni promoveerde aan het medisch centrum van de Vrije universiteit in Amsterdam.

In Nederland bestaan geen toereikende therapievormen voor getraumatiseerde meisjes in een gesloten instelling. De bestaande therapieën zijn vaak gebaseerd op exposure (blootstelling). Bijvoorbeeld door het levendig voor de geest halen van de traumatische ervaringen of door er over te praten. Maar als de behandelaar exposure toepast terwijl het meisje nog niet toe is aan het daadwerkelijk verwerken van haar traumatische verleden, kan dit averechts werken en kunnen de problemen en klachten juist toenemen. Deze meisjes moeten daarom gefaseerd behandeld worden, concludeert Leenarts.

Loverboy
Meisjes die vanwege een civielrechtelijke maatregel in gesloten jeugdzorginstellingen terechtkomen zijn er vaak zeer ernstig aan toe. Ruim 80% van hen is seksueel misbruikt, fysiek of emotioneel mishandeld, bedreigd of verwaarloosd. Ook zijn de meisjes vaak in handen van een loverboy gevallen. Zij vertonen een breed scala aan klachten zoals posttraumatische stress, depressie, ze zijn vaak agressief of antisociaal. Deze meisjes hebben een therapievorm nodig die aansluit bij hun complexe problematiek, aldus Laura Leenarts.

Stapstenen
In samenwerking met De Bascule en jeugdzorgorganisatie Lsg-Rentray ontwikkelde Leenarts de methode Stapstenen, als eerste fase in een behandelmethode. Uitgangspunt is dat bij een complex klachtenpatroon eerst stabilisatie en vermindering van de klachten nodig is. Daarna kan pas de behandeling van de traumatische herinneringen volgen en tot slot persoonlijkheidsre-integratie en rehabilitatie.