Niet alleen in Nederland neemt het aantal kinderen in het speciaal onderwijs toe, in België is het volgens tv-programma Pano nog dramatischer gesteld. België heeft het hoogste percentage kinderen in wat zij het buitengewoon onderwijs noemen: 6 procent. Pano meldt dat het Europese gemiddelde 1,4 procent is. De onderzoeksjournalisten zochten naar de oorzaak.
Er is direct al een kanttekening van de onderzoekers; kleuters zijn niet meegeteld in de cijfers die bekend zijn van verschillende landen. Terwijl er juist binnen die groep een opvallende stijging te zien is. In België is er vooral een groei te zien in het aantal kleuters met een verstandelijke beperking en kleuters met autisme. Dit heeft onder andere met gewijzigde criteria te maken waarmee kinderen tot de groep met een verstandelijke beperking worden gerekend. In totaal zitten in België zo’n 50.000 kinderen (van kleuter tot jongeren) in het speciaal onderwijs.
Spookrijden op de inclusiesnelweg
Maar hoe kan het dat er toch meer kinderen en jongeren naar het speciaal onderwijs gaan, terwijl België sinds 2015 net als Nederland inzet op meer inclusief onderwijs? In dat jaar werd een nieuw type toegevoegd aan de doelgroepen binnen speciaal onderwijs: kinderen met autisme, zonder verstandelijke beperking. Dat noemde een onderzoeker een voorbeeld van ‘spookrijden op de internationale inclusiesnelweg’.
Daarnaast zijn de middelen die reguliere scholen krijgen om kinderen met extra ondersteuningsbehoeften te kunnen begeleiden gewoon onvoldoende. En verder heeft de coronacrisis er vermoedelijk ook voor gezorgd dat meer kinderen sneller naar het speciaal onderwijs werden doorverwezen.
Schrijnend is het verhaal van Samira, die haar zoon Rayan op een reguliere school wilde aanmelden. Ze vertelde over zijn verstandelijke beperking en kreeg te horen dat de school geen plek meer had. Toen ze later die dag terugbelde, zich als een ander voordeed en de beperking van haar kind verzweeg, bleek er ineens wel plaats. Rayan zit inmiddels op het speciaal onderwijs.
Portugal
Het tv-programma Pano bracht ook een bezoek aan Portugal, waar slechts 0,11 procent van de leerlingen (exclusief kleuters) op het speciaal onderwijs zit. Inclusieve scholen zijn daar de norm, al sinds eind jaren 90.
De Portugese minister van Onderwijs João Costa legde aan Pano uit dat er ook in Portugal nog wel verbeteringen mogelijk zijn. Hij wees op het grote verschil is tussen integratie en inclusie op school van kinderen met extra ondersteuningsbehoeften.
Hij vertelde over een gevarenoefening, waarbij in de ene klas een leerling bij het alarm overeind sprong om een andere leerling uit een rolstoel te tillen, om zo samen onder een bank dekking te kunnen zoeken. In een andere klas werd een leerling in een rolstoel alleen omgedraaid, zodat hij kon zien hoe zijn klasgenoten de gevarenoefening volbrachten. “Het eerste kind is geïncludeerd, het tweede is enkel geïntegreerd,” zei Costa. |