Het Kenniscentrum Sport heeft nieuwe beweegrichtlijnen opgesteld. Dat bewegen goed is voor iedereen, weten we wel. Maar hoe krijg je mensen met een verstandelijke beperking aan het bewegen? Speciaal voor begeleiders is er de Beweegcirkel ontwikkeld. Die helpt jou het gesprek te voeren met cliënten over bewegen.
De Beweegcirkel is tot stand gekomen naar aanleiding van de nieuwe beweegrichtlijnen. Daar heeft het Kenniscentrum Sport samen met het netwerk van leefstijlonderzoekers naar gekeken, waaronder ook de academische werkplaats ‘Sterker op eigen benen’.
De Beweegcirkel bevat invuloefeningen met voorbeelden ter inspiratie. Zo krijg je cliënten niet alleen in beweging, maar zorg je ervoor dat ze het ook volhouden. Dat gaat in 5 stappen:
Bewegingswetenschapper Mariëlle Tromp is enthousiast over de beweegrichtlijnen en de Beweegcirkel. Alleen al het feit dat het om een richtlijn gaat en niet meer over een norm, stemt haar tevreden. “Als je een ‘norm’ stelt, dan werkt dat voor weinig mensen motiverend”, vindt ze. Tromp heeft meegedacht over aanpassing van de richtlijnen om mensen met een verstandelijke beperking ook aan het bewegen te krijgen, want deze groep beweegt gemiddeld weinig. Ze is vooral erg te spreken over de drie adviezen die naast de richtlijnen zijn gelanceerd:
- Bewegen is goed, meer bewegen is beter
- Sta vaker op of wissel van houding
- Voeg een extra beweegmoment aan je dag toe.
Met name dat laatste advies is belangrijk, want “zeker voor iemand die op dit moment heel weinig beweegt, is het zoeken naar bijvoorbeeld één extra beweegmomentje op een dag veel haalbaarder (en dus veel meer motiverend) dan een richtlijn van 2,5 uur per week”, aldus Tromp. “Voor mij maakt het daarbij niet uit of iemand nu wel of geen verstandelijke beperking heeft. Het geeft een gelijk uitgangspunt voor iedereen die mogelijk iets meer wil gaan bewegen.”
Hoe zit het met jou?
Heb je zelf ook al naar jouw beweegactiviteiten gekeken? De nieuwe richtlijnen gaan uit van minimaal het volgende:
- wekelijks 2,5 uur (150 minuten) bewegen,
- verspreid over meerdere dagen.
- matig intensief, zodat je hartslag en je ademhaling iets hoger dan normaal zijn.
- voor kinderen, en jongeren van 4 tot 18 jaar is dat dagelijks minstens 60 minuten.
Naast die 2,5 uur raden de richtlijnen volwassenen ook aan om twee keer per week spier- en botversterkende activiteiten te doen en voor ouderen in combinatie met balansoefeningen. Voor jongeren onder de 18 jaar geldt: 3 keer per week spier- en botversterkende oefeningen. Dat kan krachttraining zijn, maar ook traplopen, hardlopen en (trampoline)springen dragen hieraan bij.
Ben je benieuwd naar de Beweegcirkel? Deze is gratis te bestellen via het Kenniscentrum Sport (1 per professional). |