Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
Menu

Boodschappen doen: uitdagingen bij het normale leven voor cliënten

14 januari 2019 Melike Senler Geen reacties

Elke dag gaan we samen met de cliënten op pad om boodschappen voor de avond te doen. Wij vinden het bij ’s Heeren Loo belangrijk dat cliënten zo normaal als mogelijk te leven. Begeleider Melike Senler beschrijft welke uitdagingen dit met zich meebrengt. Melike maakte als zij-instromer van Defensie de overstap naar de gehandicaptenzorg en deelt haar ervaringen als kersverse begeleider.

In de woning maken we met elkaar een boodschappenlijst. Ik weet dat Marleen boodschappen doen erg leuk vindt. Zij is namelijk erg bezig met drinken. Ze drinkt het liefst alles wat vloeibaar is op. Wij moeten haar dan ook altijd goed in de gaten houden en vloeibare schoonmaakmiddelen bij haar uit de buurt houden.

Omdat er in de winkel natuurlijk veel flessen met drinken staan, zijn wij extra alert. Mijn collega’s en ik moeten ervoor zorgen dat Marleen niet van ons wegloopt om drinken te pakken om het vervolgens snel op te drinken.


In- en uitademen
We gaan de jassen pakken. Henriette heeft een beetje moeite met wachten op de andere bewoners. Ze maakt een dreigende beweging naar mij en ze probeert me te slaan. Ik pak allebei haar handen vast. Ik vertel haar dat we nu gaan lopen en dat ze rustig moet worden. Ik laat haar even goed in en uitademen zodat zij rustig wordt. Als iedereen klaar is, laat ik Henriette los en lopen we naar de winkel. Dat is ongeveer 15 minuten lopen.

Eenmaal aangekomen bij de winkel zeggen we tegen Marleen dat ze bij ons moet blijven lopen. Ze luistert en gaat naast mijn collega lopen. Ik loop naast Henriette en de rest van onze bewoners lopen voor ons.


Wijn
We komen aan bij het brood en ik zeg tegen een bewoner hoeveel brood er in het wagentje mag. Hij pakt het brood en legt het in de kar. We lopen door en komen in de gang bij de wijn uit. Marleen vindt wijn erg lekker en loopt al naar de wijn. Snel haalt mijn collega Marleen weg bij de wijn en loopt samen met haar het gangpad van de wijn uit.

Om Marleen niet nog meer in verleiding te brengen, lopen ze naar het fruit. Ik loop rustig met de rest van de bewoners langzaam door het gangpad. Eenmaal bij het fruit aangekomen, wordt het wat rommeliger. Ik moet Henriette ergens op aanspreken. Mijn collega komt daarom bij mij staan.

Marleen ziet haar kans schoon en trekt een sprintje naar de wijn en trekt een klein flesje wijn open. Wij hebben direct door dat Marleen niet meer bij ons is en we rennen naar de wijn. We zijn te laat. Marleen heeft het kleine flesje al leeg.


Ruimte voor fouten
Het is belangrijk dat cliënten de ruimte krijgen. Ook de ruimte om fouten te maken zoals net met de wijn gebeurde. Later moeten we Marleen proberen duidelijk te maken waarom we niet elk moment wijn kunnen drinken.

Het is bij de mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag niet goed mogelijk om ze cognitief aan te spreken. Zij leren door ervaring. Eigenlijk net als bij mijn zoontje. Ik kan honderd keer zeggen dat hij niet op een krukje moet klimmen maar hij leert het pas als hij een keertje gevallen is.


Afrekenen
We laten Marleen het lege flesje vasthouden zodat ze deze zelf bij de kassa kan afrekenen. Ze moet het flesje van haar eigen geld betalen. Mijn collega en ik balen dat we ondanks ons sprintje toch net te laat waren, maar we moeten ook een beetje glimlachen om haar aangeschoten toestand.

Marleen waggelt een beetje achter ons aan als we naar huis lopen. Ze lacht erg luid. Ik vraag aan haar of ze wat zachter kan zijn, maar er komt niets binnen bij haar. Marleen is alleen maar erg vrolijk en lacht.

Eigenlijk ben ik een beetje boos op mezelf en niet op Marleen. Dit had niet mogen gebeuren, maar ook wij verliezen soms het overzicht als een bewoner het even wat moeilijker heeft. En dan is het de kunst om Marleen achteraf goed te begeleiden en het goed af te sluiten in de winkel.  |

Wil je reageren op dit artikel? Log dan in als abonnee!