Eleonora Venema, onderzoeker aan de Groningse Rijksuniversiteit, onderzoekt de rol van begeleiders in (omgekeerde) integratiewijken. Voor begeleiders, zo ontdekte ze, hebben uitdagende situaties vrijwel altijd te maken met veiligheid: van de cliënt, van omwonenden, en van henzelf. Integratie van mensen met een verstandelijke beperking verloopt echter het best als begeleiders hun reserves achterwege laten en buurgedrag vertonen, een open houding hebben naar de buurt en dit ook aan cliënten leren.Uitgebreide weergave van artikel uit Klik 7 van 2014, Foto Martine Sprangers
Begeleiders maken zich zorgen over het (mogelijke) gedrag van hun cliënt, of over omstandigheden in de omgeving die misschien bedreigend zijn voor hun cliënt. Doordat begeleiders zoveel energie steken in het onder controle houden van hun cliënt en de omgeving, hebben ze weinig aandacht voor de mogelijkheden die de omgeving biedt.
Buitenshuis coachen
Om cliënten te laten profiteren van omgekeerde integratie, hebben begeleiders bepaalde competenties nodig: sociale, oplossingsgerichte en coachende vaardigheden. Daar wordt, aldus Eleonora Venema, in de opleidingen nog te weinig aandacht aan besteed. Begeleiders leren in hun opleiding vooral hoe ze cliënten binnenshuis moeten verzorgen en coachen, terwijl ze juist buiten de deur een basale rol kunnen spelen bij de integratie van hun cliënt in zijn leefomgeving.
Venema onderzocht ook welke factoren invloed hebben op bereidheid en het vermogen van begeleiders om zich hard te maken voor integratie. Dat zijn:
Een zorgorganisatie die begeleiders beter wil toerusten voor integratie, moet zeker aandacht besteden aan bovenstaande factoren.
Te hoge verwachtingen
Andere uitkomsten van het Groningse onderzoek:
Tips voor begeleiders
Tips voor wijkbewoners
Meer informatie bijeleonora.venema@rug.nl. Uitgebreide weergave van een onderzoeksartikel in Klik 7 van 2014, over omgekeerde integratie.