Laagdrempelige buurtprojecten, waar mensen met en zonder een beperking met elkaar in contact komen, leiden - in tegenstelling tot wat vaak gedacht en gehoopt wordt - niet tot uitbreiding van het sociale netwerk van personen met een beperking, waaruit hulp en ondersteuning voortkomt. Daarmee zijn het echter nog geen mislukte initiatieven, stelt het rapport Safe h(e)aven: meedoen en meetellen in laagdrempelige buurtprojecten. Het rapport noemt volop voordelen die óók belangrijk zijn voor mensen met en zonder een handicap.
Het rapport geeft de resultaten weer van een driejarig onderzoek naar vier laagdrempelige buurtprojecten in de regio Zwolle. Hierin participeerden diverse gemeenten, zorg- en maatschappelijke organisaties en de Universiteit van Humanistiek. Twee vragen stonden centraal:
1) Wat kunnen we van laagdrempelige buurtprojecten verwachten, waar mensen met een verstandelijke beperking en/of psychiatrische problematiek en mensen zonder een beperking elkaar ontmoeten?
2) Wat is ervoor nodig om middels deze buurtprojecten ontmoetingen te organiseren tussen mensen met een beperking en hun buurtgenoten?
In eerste instantie is een literatuurstudie uitgevoerd. Dit leverde drie bevorderende voorwaarden op die belangrijk zijn voor het creëren van een duurzaam contact tussen mensen met en zonder beperking. Deze factoren zijn: wederkerigheid, gezamenlijkheid en begrenzing. Na een tussenevaluatie is een verdiepende literatuurstudie gedaan naar de werking en het belang van safe havens en gezellige ontmoetingen.
Uitstraling en ligging gebouw
De onderzoekers ontdekten dat de fysieke ruimte (inrichting, uitstraling, gebruik en ligging van het buurtproject) veel invloed heeft op het aantrekken van mensen met en zonder beperking. Hoe meer er sprake is van een open en toegankelijke publieke ruimte, des te makkelijker mensen zonder beperking er komen. Wanneer zo’n gebouw meerdere functies heeft (waar verschillende activiteiten worden georganiseerd, zoals een buurthuis), trekt het meerdere doelgroepen aan. Mensen met een beperking blijken het prettig te vinden wanneer er reuring in het rond het gebouw is. Het geeft ze het gevoel erbij te horen en midden in de samenleving te staan.
‘Ze genieten van de mensen om hen heen, maar willen zich niet gedwongen voelen om te praten’
Er zitten tevens een paar kanttekeningen aan. Het gebouw voldoet het best wanneer mensen met een beperking zich terug kunnen trekken als ze het te druk vinden. Ook vinden zij het fijn wanneer ze niet per se individueel sociaal contact met anderen hoeven maken. Ze genieten van de mensen om hen heen, maar willen zich niet gedwongen voelen om te praten.
Budget
De wijze waarop een en ander gefinancierd wordt, blijkt ook van belang voor het welslagen van een buurtproject. Individuele budgetten zijn minder geschikt, omdat daarbij de ondersteuning is gericht op het individu en niet op een collectief.
Uit interviews en observaties met betrokkenen kwam naar voren dat individuele sociale netwerken van personen met een beperking zich niet uitbreidden (een uitzondering daargelaten). Het netwerk werd ook niet versterkt. En de deelnemers vonden dat prima.
Toegevoegde waarde
Hebben de buurtprojecten dan wel enige toegevoegde waarde? Jazeker, stelt het rapport.
Gezelligheid
De activiteiten die in een laagdrempelig buurtproject worden georganiseerd, zijn de kern van het contact. Gezamenlijke interesses zorgen voor gespreksstof en houvast tijdens het contact, of dat nu tijdens koffiepauzes is of tijdens bepaalde werkzaamheden. Vrijwel alle deelnemers aan de projecten noemden ‘gezelligheid’ wanneer ze de plek beschreven. En die gezelligheid zorgt ervoor dat mensen zich willen inzetten voor het project en dat ze erbij willen horen. Dit is een vorm van collectieve wederkerigheid.
De onderzoekers merkten dat deze collectieve wederkerigheid een tweetal voordelen heeft ten opzichte van individuele wederkerigheid:
Heel soms werden de grenzen van mensen met een beperking overschreden. Dan vonden ze het vaak te druk en wilden ze zich even terugtrekken.
Professionals
Er is goed gekeken naar de rol van professionals in het geheel. Ook zij zijn belangrijk, zegt het rapport. Professionals kunnen de balans tussen openheid en veiligheid bewaken. Is het buurtproject laagdrempelig genoeg? En hebben mensen met een beperking de mogelijkheid zich even terug te trekken als daar behoefte aan is? Daarnaast moet professionals de balans houden tussen enerzijds zorgen voor normalisering van het contact tussen mensen met en zonder beperking en anderzijds mensen zonder beperking te informeren hoe om te gaan met een beperking.
Conclusie
Samenvattend stellen de onderzoekers dat de contacten die ontstaan bij de buurtprojecten tussen mensen met en zonder beperking niet uitgroeien tot vriendschappen waarbij een beroep kan worden gedaan op informele hulp in de privésfeer. En dat vinden de betrokkenen niet erg.
Wat de buurtprojecten wel opleveren is dat ze bijdragen aan het welbevinden van de bezoekers. Mensen met een handicap voelen zich er thuis, worden geaccepteerd en kunnen zichzelf zijn. Daarbij leren ze er van alles, van sociale vaardigheden tot taakjes, zonder dat er druk op ze wordt uitgeoefend.
Meer buurtprojecten
Het rapport hoopt op veel meer laagdrempelige buurtprojecten zonder druk. Wie moeten dat faciliteren en ondersteunen? De onderzoekers noemen:
Daarbij geldt uiteraard dat de fysieke ruimte van het buurtproject open en laagdrempelig moet zijn. |
Aan het onderzoek Safe h(e)aven: meedoen en meetellen in laagdrempelige buurtprojecten deden de volgende organisaties mee: de gemeenten Zwolle, Staphorst, Kampen, Raalte, Ommen, Hardenberg, Steenwijkerland, Zwartewaterland en Dalfsen, Werkplaats Sociaal Domein Zwolle, Frion, De Kern, MEE, Thuis, Viaa, RIBW Groep Overijssel en Universiteit voor Humanistiek. Het onderzoek werd mogelijk gemaakt door de Provincie Overijssel. Lees meer op www.projectnetwerkondersteuning.nl.