En dan zitten we dus voorlopig met zijn allen in de woning, een donkere wolk boven ons huis. Dagbestedingen gesloten, clubs afgezegd, familie op afstand. Protocollen in de aanslag, her en der een pompje desinfectie, en vooral veel drukte voor ons als begeleiding. Wat lijkt op een lange vakantie, wordt dagbesteding in de woning. Begeleidster Apolina Vader schrijft hoe bewoners hier mee omgaan en hoe ze het ondanks alles volhouden.
Mijn ochtend begint onwennig. Tja, om ze allemaal voor acht uur uit bed te trommelen, is ook niet wat.
Weekend?
Na een uurtje uitstel begint het ochtendritueel. “In het weekend douche ik altijd ‘s morgens,” zegt Mary. Maar het is geen weekend. We houden gewoon de doordeweekse dag aan, al wordt dat niet echt begrepen.
Aan Lieke vraag ik tijdens het ontbijt of ze weet wat Corona nu eigenlijk is. “Ja,” zeg ze, “wat jullie zeggen… dat is het.”
Onduidelijk
Als ik vraag of ze het in eigen woorden kan vertellen aan me, komt er geen verhaal. Het is allemaal erg onduidelijk voor haar. Dus eerst maar eens wat uitleg op niveau voor haar over het gevaarlijke virus.
Edith kijkt me met grote ogen aan als ik haar wek. “Bus?” vraagt ze.
Ze merkt aan alles dat het anders is. De geluiden die bij een normale doordeweekse dag horen, worden doorbroken door andere. “Moeder?” vraagt ze.
Nee Edith, ook niet naar je moeder, waar je in het weekend heen zou gaan. Wat een warboel moet dat zijn. De woorden niet begrijpen, een virus al helemaal niet.
Motiveren
Alice is niet te motiveren om uit bed te komen. Ze slaapt altijd uit als ze niet naar dagbesteding gaat, dus nu ook.
En als alle kaders wegvallen, dan is het voor Gea, met autisme, een onduidelijk verhaal. En gaat ze in de weerstand. Ze gaat écht niet kiezen om te puzzelen of te borduren.
Heidi geniet juist van het samen zijn. Lekker veel groepsgenoten rond de keukentafel. Er is altijd wel wat beweging, gezellig!
Een hele dag onze bewoners vermaken, met de middelen die we hebben. Ga er maar aan staan.
Naar buiten
Gelukkig schijnt de zon en kunnen we lekker genieten van de buitenlucht. Dus we gaan in kleine groepjes de straat op.
Tot het moment dat Tess naar de winkel wil. En Maartje wil praten met haar nichtje die langsfietst. En Stefanie haar vriendinnen uitnodigt.
Besmetting
Maar onze grootste angst: stel dat we een besmetting krijgen onder deze kwetsbare meiden. Hoe gaan we dat uitleggen: in quarantaine. Het woord alleen al.
Waar halen we de middelen vandaan? We hebben maar een paar mondkapjes in huis.
En in deze situatie reageren ouders ook stuk voor stuk verschillend. Stel dat er een lockdown komt, kan ik mijn dochter dan 3 weken niet zien? Of, terwijl de mail over het protocol eruit is gegaan om het heen en weer van huis naar woning echt te beperken, krijgen we het voorstel : ik haal vanmiddag mijn dochter op en vanavond is ze weer op de groep.
Geen bezoek
Dan komt het advies bezoekregeling voor de gehandicaptenzorg: Nee, tenzij. De stichting zegt duidelijk: geen bezoek meer.
Dus de meiden gaan hun familie de komende tijd niet zien. Dit roept natuurlijk weer nieuwe vragen op bij ouders: Het is mijn kind. Ik snap dat goed, voor deze kwetsbare groep is het een groot gemis.
We zullen moeten roeien met de riemen die we hebben. We komen er samen wel doorheen. Genieten van de kleine dingen, de knuffels en de tekeningen. Die ene lach.
Steun
Wat geweldig dat er zoveel lof en applaus is voor ons. Daarmee houden we het vol. Een taart die bezorgd wordt namens de stichting, een zus die aanbiedt om te assisteren, een ouder die hun kind ophaalt om ons te ontlasten.
De bloemen die op de vaas staan alsof corona niet in de lucht hangt, een bericht van Beau en Chantal om ons een hart onder de riem te steken, een ouder die als een sinterklaas een tas vol knutselwerkjes en lekkers neerzet bij de deur, de kaartjes in de brievenbus.
En dan weet ik: die weken komen we ook wel weer door. Nog even volhouden… | Apolina Vader