Begeleiders uit woonvoorzieningen voor ouderen met een verstandelijke beperking hebben het met de cliënten maar zelden over het levenseinde, concluderen Australische onderzoekers. Ze ondervroegen 22 begeleiders die te maken hadden gehad met het (naderende) overlijden van een bewoner.
De onderzoekers vonden dat begeleiders maar weinig spraken, of 'deden' met bewoners om hen meer te laten begrijpen over sterven en dood. Voorafgaand aan een overlijden probeerden begeleiders wel enigszins te achterhalen of een cliënt wensen had voor het sterfproces en de begrafenis, en probeerden ze enigszins uit te leggen hoe doodgaan eruit ziet.
Verdrietige herinneringen
Ook na een overlijden besteedden de begeleiders weinigl aandacht aan de behoefte die andere cliënten mogelijk hadden om meer te begrijpen over de onomkeerbaarheid van de dood, en hoe je, bijvoorbeeld met behulp van rituelen, kunt omgaan met vedrietige herinneringen.
Scholing
De onderzoekers concluderen uit hun onderzoeksresulaten dat mensen met een verstandelijke beperking weinig van het levenseinde begrijpen, omdat daar weinig over wordt verteld in hun woonvoorziening. Begeleiders zouden meer scholing moeten krijgen om cliënten beter te kunnen begeleiden bij het begrijpen en omgaan met de dood en over hoe ze daar het gesprek over kunnen aangaan.
Het onderzoek 'What is talked about? Community living staff experiences of talking with older people with intellectual disability about dying and death' staat in het Journal of intellectual disability research (Jidr) van juli 2014.