Dieren worden steeds vaker, en met succes, ingezet bij behandeling van kinderen met een verstandelijke beperking. Richard Griffioen promoveerde 13 november op onderzoek naar dierondersteunde therapie bij kinderen met Down en autisme en bekeek de wetenschappelijke onderbouwing van dit succes.
Op 13 november 2020 verdedigde Richard Griffioen zijn proefschrift titel 'Children and Animals in Synchrony' bij de Open Universiteit in Heerlen. Griffioen startte in 1997 de Stichting SAM, een stichting voor dierondersteunde interventies, en begon zijn onderzoek naar de ontwikkeling van kinderen met Down en autisme. In 2015 resulteerde dat in het promotietraject bij de Open Universiteit.
Waarom werkt het?
Het werken met dieren is een hele laagdrempelige manier voor een kind om zich open te stellen, zich veilig te voelen, uitgedaagd te worden en vooral niet afgewezen te worden. Dierondersteunde therapieën kunnen een duurzaam effect hebben op de sociale, emotionele, cognitieve, fysieke en psychologische ontwikkeling van mensen met een handicap of beperking. Bij kinderen met Down en autisme zie je dat de spraak-taalontwikkeling vooruitgaat, en ook de communicatie en de sociale interactie. Daardoor kunnen ook deze kinderen beter functioneren in de samenleving.
Therapie met dieren lijkt dus succesvol. Maar onderzoekers willen ook graag begrijpen waarom iets werkt. Het onderzoek van Griffioen richt zich specifiek op de invloed van dierondersteunde therapie op de ontwikkeling van kinderen met het syndroom van Down (DS) en kinderen met een autismespectrumstoornis (ASD). Hij heeft onderzocht of de theoretische begrippen van afstemming en gedragssynchronisatie als overkoepelend begrip het effect van dierondersteunde therapieën zouden kunnen verklaren.
Dolfijntherapie
Griffioen toont voor het eerst aan dat er sprake is van synchronisatie bij een therapie met dolfijnen voor kinderen met Down. De therapie was succesvol: na afloop van de zes weken waren de kinderen, in vergelijking met twee controlegroepen, sterk vooruitgegaan als het gaat om verbalisatie en sociale interactie. Deze verbeteringen waren zelfs na vijf maanden nog (enigszins) zichtbaar.
Maar is dat te verklaren vanuit het begrip synchronisatie? Griffioen bestudeerde het gedrag van het kind en de therapeut. Daaruit blijkt dat verbale synchronisatie, het om de beurt praten, bij elke kind-therapeut combinatie verbeterde. Doorheen de therapie praatten de kinderen meer en de therapeut minder en wisselden ze elkaar beter af.
Voor kinderen met Down en autisme is het heel moeilijk om zich aan te passen aan een ander. Griffioen onderzocht tijdens een therapie met honden of er sprake was van synchronisatie en afstemming. Hij stelde vast dat de therapie leidde tot een significante toename in synchronisatie van de bewegingen van kind en therapiehond. De toename was iets groter bij kinderen met autisme, maar bij kinderen met Down was de afname van gedragsproblemen iets groter.
Het begrip synchronisatie lijkt volgens Griffioen een zeer interessante invalshoek om te begrijpen waarom dierondersteunde interventies goede resultaten opleveren, concludeert hij in zijn proefschrift. |
Proefschrift 'Children and Animals in Synchrony In search of an underlying mechanism of the effects of Animal-Assisted Therapy on the development of Children with Down Syndrome and Children with Autism Spectrum Disorder' door Richard Griffioen aan de Open Universiteit. Promotor prof. dr. M.J. Enders-Slegers. Co-promotores zijn dr. S. van der Steen, Rijksuniversiteit Groningen en dr. T. Verheggen, Open Universiteit.
Richard Griffioen maakt deel uit van het bestuur van AAIZOO, Animal Assisted Interventions in care, education and research. Sinds 2020 heeft hij zitting in het bestuur van de overkoepelende wereldorganisatie IAHAIO (international association of human animal interaction organizations). Momenteel biedt hij vanuit zijn eigen praktijk verschillende dierondersteunde interventieprogramma's aan voor kinderen met een handicap. Ook is hij beoogd lector bij Aeres Hogeschool waar hij zich gaat richten op de menskant in Animal Assisted Interventions.