Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
Menu

De lekkerste rabarbermoes van Kofi

8 september 2015 Karin Bokhove Geen reacties

Kofi raust door opa’s weelderige tuin. Hij heeft het voorzien op het groen dat lekker is uitgelopen. Wat is dat achterin? Een grote rabarberplant op rode stelen spreidt z’n enorme rubberen bladeren tentoon. Met volle kracht erop af! - Weblog Karin Bokhove, moeder van Kofi, een jongeman met klassiek autisme.

Kofi raust door opa’s weelderige tuin. Hij heeft het voorzien op het groen dat lekker is uitgelopen, rukt klimop van de muren, valt met z’n grote billen in een buxus die kreunend uiteen scheurt, schudt aan de rank omhoog klimmende peultjes en wat is dat achterin? Een grote rabarberplant op rode stelen spreidt z’n enorme rubberen bladeren tentoon.  Met volle kracht erop af! 

Erfgoed
Vader en moeder springen ertussen, maar Kofi rukt zich los. Nu verspert opa de weg. Dit is zíjn rabarber, vijfendertig jaar geleden aangeplant in z’n nieuwe moestuin. Kwetsbaar erfgoed, want oma was dol op rabarber. Altijd kookte ze de stelen tot moes, die ze  invroor zodat ze de hele winter lang genoeg hadden. Hoeveel maaltjes rabarber hebben ze wel niet genoten met z’n tweeën. Oma is niet meer, maar de rabarber leeft nog. Hij zal hem met z’n laatste krachten verdedigen! Daar staat hij dan, een trillend mannetje dat z’n leven wil geven voor de rabarber.

“Niet doen!” zegt moeder. “Je houdt hem niet tegen, het is het niet waard.”  

Kofi walst zonder moeite over hem heen. 

Onder enorm gespartel trekken vader en moeder Kofi naar binnen en doen de deur op slot, jammer dan van het mooie weer. 

Nu ligt moeder uitgeput op de bank, ze is een beetje duizelig van het gevecht.
 
Opa vraagt, “ Hoe lang houdt je dit nog vol?”

“Weet ik niet, daar denk ik nu niet over na,” antwoordt ze korzelig.

“Hoe lang hou jij het nog vol opa?” denkt ze bij zichzelf en sluit haar ogen. 


Geknakt

Even later voelt ze warme adem op haar wang, Kofi buigt zich stilletjes over d’r heen. Z’n ogen staan bezorgd.


Een uurtje later lijkt hij de rabarber vergeten. De deuren gaan voorzichtig weer open. Nu stuift hij naar de rietsigaren in de vijver.

“Dat hindert niet,” zegt opa. Even later is het grasveld bezaaid met geknakte sigaren.

Nu stampt Kofi opnieuw richting rabarber. Moeder krijgt een ingeving en rent naar binnen, haalt het fiepje en sprint weer naar buiten. Te laat. Kofi staat tussen de zinloos geknakte stelen. Hij wordt omringd door rabarberkarkassen, stille getuigen van een massaslachting. ‘Butchers crossing,’ denkt moeder. Zo moet het zijn geweest. Zou de wereldmarktprijs voor rabarber nu gaan dalen?
“Mijn rabarber!” roept opa met schorre stem. “Ze zijn verkeerd afgebroken! Nu gaat de stam schimmelen!  Nu gaat hij dood!”
 
Even later zit hij berustend op een bankje en schilt rabarberstelen.

“Nou ja, ik vries het wel in, en nemen jullie ook maar een boel mee. Het is maar rabarber,” zegt hij dapper.

“De lekkerste, de lekkerste rabarbermoes, rabarbermoes, rabarbermoes,” die reclamejingle uit haar jeugdjaren, zo oud dat hij op geen Google te vinden is, schalt door haar hoofd.

Ze zitten met z’n drieën bij elkaar en halen stelen af, snijden ze in stukjes en gooien die in een grote teil. |

Door Karin Bokhove, moeder van Kofi. Zij schrijft onder meer het weblog 'Het kleine leven van Kofi', waar deze aflevering verscheen.

Wil je reageren op dit artikel? Log dan in als abonnee!