Een onvoorstelbare tijd. De verzetsperiode van mijn generatie. Schrijf ik als 31-jarige, opgegroeid in een zorgeloze wereld. Nu is het mijn taak de bewoners gezond en wel door deze periode te loodsen, schrijft begeleider Frank Doesburg over zijn werk op een open woonvoorziening voor adolescenten met een licht verstandelijke beperking in de wijk.
Sommige van de bewoners van de woonvoorziening waar ik werk snuffelen een beetje aan de nieuwe mogelijkheden van het wonen in de wijk. Eerder waren ze er niet aan gewend.
Ongeloof
Het Coronavirus maakt de wereld voor hen weer een stuk kleiner. Ik ben de gelukkige die het slechte nieuws brengt en de maatregelen uitlegt. Vol ongeloof staren ogen me aan vanaf de andere kant van de tafel. Beschouwen mij als het brein achter het virus.
Dagen later komt er weer rust op de groep. Affectief neutraal begeleiden heeft nog nooit zo gegolden als deze dagen. In de schijnwerper als de gebeten hond win ik het vertrouwen terug.
Daarnaast begint het de bewoners op te vallen. ‘Er zit niemand in de bus’ en ‘Mij krijg je de supermarkt zo niet in’. Ik help mijn hen zo veilig en gezond mogelijk deze tijd door, maar het raakt me dat het amper lukt een echt besef bij te brengen van wat ze meemaken.
Troost
Familie verschijnt onder het balkon of via beeldbellen, terwijl de verbinding voor de zoveelste keer vastloopt. Tranen wanneer iemand eindelijk weer eens heeft gebeld met een begeleider van het werk. Ik troost, ik zeg; ‘Het komt allemaal ook wel weer goed’. Hopend dat betere tijden ook daadwerkelijk weer zullen komen.
Tijdens de één-op-één fietstocht in de middag lijken de problemen even heel ver weg. Totdat ik weer een samenklontering van mensen aantref in de straatbeeld. Ik kan dit bijna niet uitleggen aan mijn bewoners, die ik dagelijks bescherm tegen deze kwetsbaarheden. Wat dat betreft komt soms ook het slechtste in de samenleving boven in deze tijd en viert individualisme hoogtij.
Isolatie
Even later turend vanuit het miniatuurraam in mijn studiootje besef ik dat de fietstocht mijn enige moment ‘buiten’ was vandaag. Vanwege sociale protocollen zie ik zelf ook al maandenlang geen levende zielen meer. Alleen nog de bewoners of de collega die mijn dienst overneemt.
Ik mis mijn vrienden en familie, maar weet waar ik het voor doe. Ook al krijgt de groep mijn verzetsdaad niet direct mee, het is mijn plicht ze veilig en met een zo goed mogelijk gevuld programma de dag door te helpen.
Het ontroert me wanneer we een nieuwsbrief lezen van iemands werk, of iemand zijn vader of moeder heel erg mist met tranen in haar ogen. Ik ben blij een steentje bij te dragen in deze tijd.
Aan alle vakbroeders en zusters, hou vol. Je hebt nog nooit zoveel kunnen betekenen voor een ander. Alleen samen vechten we tegen de eenzaamheid, alleen samen vechten we tegen deze tijd met het ellendige virus. Pas goed op elkaar. | Frank Doesburg