De decentralisatie van de zorg bedreigt de democratie, de professionaliteit en solidariteit in de sociale sector. Dat is de conclusie van een vierjarig onderzoek van de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit voor Humanistiek naar de gevolgen van de overheveling van de zorgtaken vanuit het rijk naar de gemeenten in 2015.
De decentralisaties van langdurige zorg, jeugdzorg en arbeidsmatige dagbesteding richting gemeenten leek de overheid logisch, omdat gemeenten veel dichter bij de burger staan. Het zou daarom voor inwoners prettig zijn om voor zorgvragen bij de gemeente aan te kloppen. Daarnaast zouden burgers met steun van de gemeente ook met meer succes een beroep op elkaar kunnen doen.
Volgens de onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit voor Humanistiek vinden inwoners het inderdaad wel prettig dat de gemeente bij hen thuis komt voor het keukentafelgesprek. Maar over het geheel genomen zien de onderzoekers vooral gevaren. In hun onderzoek naar ‘de verhuizing van de verzorgingsstaat’ constateren ze dat de decentralisaties leiden tot drie tekorten.
Zelfredzaamheid te veel benadrukt
De zelfredzaamheid van cliënten wordt te veel benadrukt, stellen de onderzoekers. Men zou eens meer stil moeten staan bij hoeveel druk dat op cliënten legt; heb oog voor de angst en het onvermogen van mensen om afhankelijk van anderen te zijn, zeggen ze. |
Jaarboek
De bevindingen van de onderzoekers zijn gebundeld in het jaarboek van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken met de titel De verhuizing van de verzorgingsstaat. Het is donderdag 13 september verschenen. De onderzoekers analyseerden beleid, observeerden 127 keukentafelgesprekken en interviewden tientallen professionals en cliënten in zes gemeenten. De verhuizing van de verzorgingsstaat is voor 22,50 euro te bestellen via de webwinkel van Movisie.