Bijna twee jaar is ze, onze jongste dochter. En vanmorgen bij het ontbijt liet ik me door haar letterlijk de kaas van het brood eten. Dit na een onrustige nacht, waarbij ze slechts wilde slapen wanneer ik haar beide handen met de mijne vasthield. Nicole van Troost schrijft over waarom haar manipulerende dochter haar een betere hulpverlener in de gehandicaptenzorg maakt.
Sinds kort slaapt mijn jongste dochter in een juniorbed dat naast het tweepersoonsbed staat namelijk. Het slapen in het ledikant op haar eigen kamer leidde de laatste tijd tot een dagelijks drama. Ze heeft tijdelijk wat meer nabijheid nodig, was de betekenis die wij aan haar gedrag gaven, maar ik hoor u denken dat ze ons aardig in de tang heeft, die kleine.
Hand in hand
Hand in hand slapen, – haar linker- in mijn rechter, haar rechter- in mijn linkerhand -, lukt mij niet zo goed. Dus tijdens het nachtelijk gedoe besloot ik mijn deelname hieraan te staken en haar gewoon maar even te laten huilen. Zo geschiedde. Totdat ze met een klaaglijke snik in haar stem smeekte (- althans zo klonk het in mijn oren-): ‘Ma-ha-ma aaien…?’. En voordat ik het wist, was er een steek door mijn hart gegaan en had ik haar ene hand vast, terwijl mijn andere hand haar over het gezicht streelde.
‘Bingo!’, moet ze gedacht hebben.
En dat denkt ze waarschijnlijk vaker, want ze hangt aan me, klimt in me, wil niks zonder me doen en heeft precies ontdekt hoe ze het weke hart van haar moeder, die in haar vak zo duidelijk en consequent kan zijn, bewerkt.
Voortdurend beroep
Het deed me denken aan een gesprek dat ik had met de moeder van een dochter met een verstandelijke beperking. Een dochter die inmiddels de dertig al was gepasseerd, maar hetzelfde gedrag vertoonde als mijn jongste dochter nu doet. Ze deed een voortdurend beroep op ‘mama’ en wist mama zo te manipuleren dat die bij wijze van spreken ten onder ging nog voor ze het wist. Zo kreeg ze mama precies waar ze hebben wilde.
Toen ik pedagogiek studeerde werd me gezegd dat ik geen kinderen hoefde te hebben om ouders te kunnen adviseren. Een chirurg hoeft immers ook geen gebroken arm te hebben om dit bij een ander goed te kunnen behandelen. Zei men.
Toch heeft het moederschap mij geholpen bij het uitoefenen van mijn vak als hulpverlener.
Verstrengeld
Ik begrijp beter. Ik weet hoe het voelt;
Dan heb ik nog niet eens een kind met een handicap, wiens geschiedenis en bestaan vaak zo veel extra complexiteit en kwetsbaarheid met zich meebrengt. Waarbij het kind zijn niet altijd ophoudt bij het bereiken van een volwassen leeftijd.
Dankjewel dus, manipulerende, claimende jongste dochter. En petje af voor alle moeders en vaders, waaronder ikzelf. |
Door Nicole van Troost, orthopedagoog en begeleider. Zij schrijft onder meer het weblog 'Dankbaar werk’, waar deze aflevering als eerste in januari 2015 verscheen.