Meevoelen met het verdriet van anderen (empathie) kan er voor zorgen dat agressief en antisociaal gedrag bij kinderen afneemt. Meevoelen kan er ook toe leiden dat kinderen anderen gaan helpen of troosten. Peter Deschamps promoveert 3 juni in Utrecht op onderzoek waarin werd gekeken of kinderen van 6 en 7 jaar met diverse kinder- en jeugdpsychiatrische stoornissen in empathie en prosociaal gedrag verschillen van kinderen zonder deze stoornissen.
Leerkrachten beoordeelden 6-7 jarige kinderen met Adhd en/of disruptieve (ontwrichtende) gedragsstoornissen als minder empathisch dan kinderen zonder deze stoornissen. Kinderen met disruptieve gedragsstoornissen vertoonden ook minder prosociaal gedrag tijdens een computertaak. Maar net als kinderen zonder deze stoornissen spiegelden kinderen met Adhd en/of disruptieve gedragsstoornissen wel emoties van anderen. Ze leefden ook mee tijdens verhalen. En thuis beoordeelden hun ouders hen niet als minder empathisch.
Beter inleven
Volgens Deschamps lijkt het erop dat een rustige omgeving met niet te veel prikkels kinderen met bovengenoemde gedragsstoornissen helpt om zich beter in te leven in anderen. Dat is anders bij kinderen met autisme en ernstige sociale communicatieproblemen, die problemen lijken te hebben met onder andere het herkennen en spiegelen van angst. De resultaten van Deschamps onderzoek kunnen worden meegenomen bij nieuwe pogingen om empathie te beïnvloeden en te behandelen.
Lees meer op de site van de Utrechtse universiteit