De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) is blij met de toezegging van het kabinet om 675 miljoen euro uit te trekken voor de salarissen in de zorg, maar ziet ook dat er nog wat stappen gezet moeten worden. De FNV spreekt van een goede eerste stap voor de inhaalslag van zorgsalarissen.
Het nieuws dat er meer geld voor de salarissen in de zorg komt, is dus goed ontvangen, maar VGN en FNV zien allebei dat er meer nodig is.
VGN-directeur Frank Bluiminck: “Een mooi signaal ook richting de formatie om dit verder uit te werken en de loonkloof tussen de markt en publieke sector van 6-9 procent uiteindelijk te dichten.” En: “Natuurlijk, de achterstand in loonontwikkeling is groter dan deze stap, maar er is bewéging en dat voelt goed.”
Bluiminck is tevreden dat het signaal dat de VGN samen met acht zorgpartijen heeft afgegeven is opgepikt door de politiek. Maandag 27 september heeft VGN-voorzitter Boris van der Ham samen met vertegenwoordigers van andere zorgsectoren bij het ministerie van VWS het convenant getekend over de bestemming van de extra loonruimte.
Verlaging werkdruk
De extra financiële middelen moeten vooral terechtkomen bij de middelste loongroepen en worden betaald door de zorgpremie met 13 euro per maand te verhogen. Dat zijn aspecten waar FNV moeite mee heeft.
Vicevoorzitter Kitty Jong zegt dat de 675 miljoen euro niet genoeg is voor de zorgsalarissen en dus koopkrachtbehoud van álle medewerkers in de zorg. Daar komt bij dat de FNV ook pleit voor betere afspraken over de verlaging van de werkdruk, en dat kost ook geld. De bond heeft berekend dat daarvoor 2,25 miljard euro extra nodig is: 1,5 miljard voor de zorgsalarissen, zodat alle zorgmedewerkers hun koopkracht behouden en 750 miljoen voor de aanpak van de werkdruk.
Over de verhoging van de zorgpremie zegt De Jong: “Dit is weer een extra klap voor de mensen met de laagste inkomens die nu al haast niet rondkomen en elke cent moeten omdraaien.” Ze stelt dat dat onder meer de groep is die de zorg het hardste nodig heeft. |