Zo’n 4000 mensen in Nederland hebben een indicatie voor beschut werk, maar hebben géén beschutte werkplek, terwijl ze wel graag aan de slag willen. Het Radio 1-programma Pointer dook in deze problematiek. De onderlinge verschillen tussen gemeenten blijken groot.
Gemeenten zijn verplicht om mensen met een indicatie voor beschut werk een passende baan te geven. Toch lukt dat heel vaak niet. In het radioprogramma vertelt Johan Breedeveld uit Alphen aan den Rijn over zijn wens om als fietsenmaker aan de slag te gaan: ‘een rustige plek waar ik me kan concentreren, vanwege mijn ADHD’. Hij wacht al drie jaar, zegt Cedris, de landelijke vereniging voor een inclusieve arbeidsmarkt, op haar website.
Decentralisatie
Waar gaat het dan fout? Volgens Martin Hekelaar, onderzoeker bij Berenschot, lijkt dit te komen door de vrijheid die gemeenten hebben om zelf beleidskeuzes te maken. Sinds de decentralisatie mogen gemeenten grotendeels hun eigen koers bepalen over het thema. Dat leidt ertoe dat de ene gemeente de doelstelling voor beschut werk eenvoudig haalt, terwijl anderen ver achterblijven. Maar ook het feit dat er te weinig geld beschikbaar is voor beschut werk speelt een belangrijke rol. Het kost meer dan het oplevert.
Werken loont niet
Netwerk Ieder(in) geeft aan zorgen te hebben over de financiële slagkracht van mensen met beschut werk. “Veel mensen hebben een 24 uurscontract en de betreffende CAO ‘Aan de Slag’ betaalt bijzonder slecht. Hierdoor werken mensen zich nét uit de uitkering”, meldt Ieder(in). Voor deze mensen loont werken vanuit financieel oogpunt dus niet.
Daarnaast wordt beschut werk ingewikkeld en niet transparant georganiseerd, stelt het netwerk. Cijfers zijn er te weinig, waardoor gemeenten niet goed met elkaar vergeleken kunnen worden. |
Luister de Pointer radio-uitzending over beschut werk terug.