Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
Menu

Gerichte aanpak infectiepreventie in gehandicaptenzorg nodig*

23 oktober 2024 Redactie Klik Geen reacties

Onlangs promoveerde Famke Houben op het onderwerp infectiepreventie en controle (IPC) in de langdurige en eerstelijnszorg. Volgens haar proefschrift is er nog veel verbetering mogelijk en moet daarbij vooral per sector gekeken worden naar een adequate aanpak. In de gehandicaptenzorg schuren de huidige generieke richtlijnen bijvoorbeeld met het kunnen borgen van een huiselijke omgeving.

Volgens Famke richtten eerdere infectiepreventieonderzoeken zich voornamelijk op ziekenhuizen. Andere sectoren in de langdurige zorg, zoals de gehandicaptenzorg, GGZ en ouderenzorg, waren vaak onderbelicht. Daarom stelde zij deze sectoren centraal, en nam ook meteen de huisartsenzorg mee. In dit artikel belichten we voornamelijk de situatie voor de gehandicaptenzorg.

Covid-19-pandemie
Het onderzoek van Famke vond plaats in de hectische Covid-19-periode. Het was door de uitdagende omstandigheden vanwege een snel om zich heen grijpend virus een prima gelegenheid om uit te zoeken hoe het staat met infectiepreventie in de langdurige zorg. Natuurlijk waren er al protocollen en richtlijnen, maar die werden ook verder uitgediept en uitgebreid. En vooral werd benadrukt hoe belangrijk het is om verdere verspreiding van het virus in te dammen.

Infectiepreventie is in de basis vooral afhankelijk van het gedrag van zorgprofessionals. Passen zij de infectiepreventiemaatregelen goed toe? Uit Famkes proefschrift blijkt dat dit in de gehandicaptenzorg niet het geval was: slechts een derde van de zorgprofessionals in deze sector gaf aan dat de maatregelen voldoende werden nageleefd, zo meldden zij tijdens een vragenlijstonderzoek.

Oorzaken
Famke vroeg daarop door, om de oorzaken te kunnen achterhalen. De maatregelen werden niet voldoende nageleeft door ontoereikende opleiding, tijdsdruk en andere prioriteiten. Ook bleek dat niet-medisch geschoolde medewerkers in de gehandicaptenzorg de infectiepreventiemaatregelen minder frequent toepasten dan hun medisch geschoolde collega’s. Externe factoren speelden eveneens een rol: als er niet voldoende beschermende middelen en materialen (mondmaskers, desinfecterende gel, beschermende kleding) voorhanden zijn, zijn de maatregelen ook lastiger na te volgen.

Daarnaast is het per zorgsetting weer verschillend hoe bepaalde maatregelen doorgevoerd kunnen worden, zoals het beschikbaar stellen van pompen met desinfecterende middelen. Zo stelde iemand uit de GGZ dat het ophangen van deze pompen op sommige afdelingen niet mogelijk was, omdat cliënten de inhoud zouden opdrinken.

‘Protocollen moeten simpeler, zodat mensen deze in één oogopslag kunnen zien’

Zo heeft iedere zorgsetting weer te maken met eigen uitdagingen. Een zorgprofessional uit de gehandicaptenzorg verwoordde dat als volgt: “Veel protocollen zijn zeer gedetailleerd, lang en beleidsmatig. Deze moeten simpeler gemaakt worden, zodat mensen deze in één oogopslag kunnen zien. Tevens is veel gericht op verpleeghuizen. Ik wil weten hoe om te gaan met deze protocollen, maar daarnaast een huiselijke omgeving te borgen.”

Zorgcontext
Famke zag ook dat de lokale zorgcontext binnen de gehandicaptenzorg vraagt om infectiepreventiemaatregelen die daarop zijn afgestemd. Op de ene locatie worden cliënten met een licht verstandelijke beperking ondersteund, terwijl op de andere locatie cliënten wonen met ernstige meervoudige beperkingen. Dat vraagt om een andere aanpak.

Veel ondervraagden uit de gehandicaptenzorg zagen vooral het lage hygiënebewustzijn bij cliënten als de voornaamste belemmering in het goed toepassen van de infectiepreventiemaatregelen. Er was bovendien veel verzet vanuit cliënten die gezond zijn of minder zorg nodig hebben om zich aan de regels te houden. Daarna werd de frictie tussen infectiepreventie en het borgen van een huiselijke omgeving veel genoemd als belemmerende factor, gevolgd door een hoge werkdruk en een overweldigende hoeveelheid richtlijnen/protocollen met betrekking tot infectiepreventie.

Suggesties ter verbetering
Famke doet diverse aanbevelingen voor de gehandicaptenzorg om de infectiepreventiezorg daar te verbeteren. Ze adviseert om structurele en op maat gemaakte opleidings- en trainingsprogramma’s  te ontwikkelen en te implementeren om het bewustzijn, de kennis en de vaardigheden met betrekking tot infectiepreventie te vergroten en de nalevingskloof tussen medische en niet-medische professionals te verkleinen.

Het aanstellen van een infectiepreventiedeskundige kan daarbij helpen, ook om binnen de zorgorganisatie een cultuur te bevorderen die oog heeft voor infectiepreventie. Leidinggevenden zouden daarin rolmodellen kunnen zijn.

‘Betrek cliënten en naasten bij infectiepreventie’

Het is volgens de onderzoeker ook belangrijk om cliënten en naasten meer in dit proces te betrekken. Zorg voor interactieve hygiënelessen, afgestemd op diverse niveaus.

Praktische richtlijn
Verder is het belangrijk om een praktische richtlijn voor infectiepreventie en controle (IPC) te ontwikkelen. Deze moet aansluiten bij de cliëntgroep (die dus nogal heterogeen kan zijn), de huiselijke omgeving respecteren, maar wel een minimaal vereist niveau van IPC waarborgen.

En last but not least: verminder de werklast, bijvoorbeeld door de administratiedruk te verlagen en (meer) ondersteunend personeel in te zetten. Al met al geen makkelijke opgave, erkent Famke.

Overigens is al een wereld gewonnen wanneer zorgprofessionals voortdurend herinnerd worden aan de hygiënemaatregelen en feedback ontvangen; dat blijkt volgens de WHO zeer effectief te werken.  |

Download het proefschrift (Engels) van Famke Houben ‘Mapping and optimising infection prevention and control in long-term and primary care: A systems perspective’. Of lees een uitgebreide Nederlandse bespreking op de website van het RIVM

Wil je reageren op dit artikel? Log dan in als abonnee!