Onderzoekers adviseren om jongere broertjes en zusjes van kinderen met autisme al vroeg te monitoren op vertragingen in sociale ontwikkeling of communicatie, omdat de kans groot is dat zij deze ontwikkelingstoornis ook hebben.
Het onderzoek, uitgevoerd in de VS, Canada en het Verenigd Koninkrijk, vond plaats onder meer dan 1600 kinderen met oudere broertjes en zussen met autisme. Vanaf dat brusjes een half jaar oud waren, werden ze tot hun derde jaar meerdere keren gemonitord.
‘It runs in the family’
De wetenschappers ontdekten dat van deze groep 20,2 procent ook in aanmerking komt voor de diagnose autisme. Dit suggereert dat broers en zussen van kinderen met autisme ongeveer zeven keer meer kans hebben dan anderen om autisme te ontwikkelen. ‘It runs in the family’ zegt Disability Scoop hierover.
Wanneer er sprake is van meerdere kinderen in het gezin met autisme, loopt dat risico bij volgende kinderen nog verder op, zeggen de onderzoekers. Dit kan oplopen tot bijna 37 procent.
Geslacht van invloed
Zelfs het geslacht van het eerste kind met autisme maakt verschil. Wanneer dat een meisje is, is de kans op nog een kindje met autisme 50 procent hoger dan wanneer het een jongetje is, zo meldt het onderzoek.
De kans op herhalingspercentages is ook hoger in niet-witte gezinnen en bij minder geschoolde moeders.
Deze studie – Familial Recurrence of Autism: Updates From the Baby Siblings Research Consortium –is een vervolg op een studie uit 2011, waaruit bleek dat het herhalingspercentage in gezinnen met al een kind met autisme 18,7% was. In de afgelopen jaren zijn de autismecijfers verder gestegen. |
De bevindingen werden onlangs gepubliceerd in tijdschrift Pediatrics.