Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
Menu

Hersenonderzoekers verklaren prikkelgevoeligheid bij autisme

15 juni 2015 Door de redactie Geen reacties

Mensen met autisme kunnen extreem gevoelig zijn voor prikkels. Onderzoekers van het Nederlands Herseninstituut hebben achterhaald hoe dit kan. Hersengebieden die normaliter in de ontwikkeling van kind naar adolescent zelfstandig gaan functioneren, blijven bij mensen met autisme sterker synchroon (gelijktijdig) reageren op prikkels.

De verhoogde interacties tussen deze zogeheten corticale en subcorticale hersengebieden tonen volgens de onderzoekers aan dat overgevoeligheid voor stimuli een centrale rol speelt bij mensen met autisme spectrum stoornis (ass). Ass is een overkoepelende naam voor een aantal ontwikkelingsstoornissen waaronder klassiek autisme en het syndroom van Asperger. Het aantal mensen met ass (hieronder verder als autisme omschreven) is de laatste twintig jaar bijna verachtvoudigd en wordt gezien bij meer dan 1% van de kinderen.

Dit onderzoek van het team van Christian Keysers en Leonardo Cerliani van Het Nederlands Herseninstituut vormt de sleutel in het begrijpen van het vaak onderschatte hypersensitiviteit in autisme. Het onderzoek is op 10 juni gepubliceerd in JAMA Pshychiatry.

Versterkt
Mensen met autisme staan bekend om hun ongebruikelijke gedrag in een sociale omgeving, en reacties die lijken te linken aan een versterkte zintuigelijke waarneming. Zo kunnen mensen met autisme een zeer zacht geluid van een afstand horen, of zien ze kleine details in een foto.

Deze overgevoeligheid is echter niet altijd een geschenk. "De talloze zintuigelijke prikkels die wij voortdurend ontvangen kunnen afleidend werken en soms zelfs overweldigend zijn. Het verhindert ons om te focussen op wat echt belangrijk is," aldus Cerliani. De wetenschappers tonen met hun onderzoek aan dat verhoogde interacties tussen bepaalde hersengebieden aan de basis liggen van deze hypersensitiviteit.

Hersenactiviteit
Gebieden van het brein die sterk met elkaar samenhangen, vertonen zelfs in rust synchrone hersenactiviteit. In zelfstandige gebieden treedt de hersenactiviteit onafhankelijk van elkaar op. De onderzoekers hebben speciaal gekeken naar het gelijktijdig optreden (synchronie) van spontane hersenactiviteit. Daarbij ontdekten ze dat er bij mensen met autisme een abnormaal verhoogde synchronie is tussen het deel van de cortex (hersenschors) dat betrokken is bij perceptie en de subcorticale structuur, het deel van de hersenen dat de zintuigelijke informatie doorgeeft aan de cortex. Hoe hoger de synchronie, hoe groter de ernst van autistische kenmerken.

Blokkeren en focussen
"Tijdens de ontwikkeling van kind naar adolescent verandert de interactie tussen hersengebieden met betrekking tot spontane hersenactiviteit. Bij een normale ontwikkeling wordt de activiteit van het gebied dat betrokken is bij zintuigelijke waarneming, de cortex, onafhankelijk van de activiteit van de subcorticale structuur die de zintuigelijke informatie doorgeeft aan de cortex," legt Keysers uit. "Door deze verandering zijn we gedurende ons leven steeds beter in staat om irrelevante prikkels te blokkeren en ons te focussen. Bij mensen met autisme is deze onafhankelijkheid niet of anders aanwezig."

Grote onderzoekspopulatie
Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van de grootste onderzoekspopulatie van mensen met ASS tot nu toe. Er is gebruik gemaakt van de ABIDE (Autism Brain Imaging Data Exchange) dataset. Dit is een verzameling van MRI-data van 17 internationale onderzoekscentra bestaande uit 539 deelnemers en een controlegroep van 573 mensen. De database is opgericht en wordt gecoördineerd door Dr. Adriana Di Martino, Dr. Stuart Mostofsky en Dr. Michael Milham. Het team van Keysers en Cerliani heeft ook bijgedragen aan de samenstelling van de database met neuroimaging data verkregen door Dr. Marc Thioux.

Lees meer op www.knaw.nl

Wil je reageren op dit artikel? Log dan in als abonnee!