Er wordt volop onderzoek gedaan naar autisme. Dat de aandoening voor een belangrijk deel erfelijk is, daarover zijn wetenschappers het eens. Maar er zijn nog vele andere factoren van belang. Zo ontdekten Italiaanse onderzoekers dat de darmflora mogelijk een sleutelrol speelt bij het ontstaan van autisme.
Experimenten met muizen hebben aangetoond dat er mogelijk een link is tussen darmbacteriën en het centrale zenuwstelsel, waardoor sociaal gedrag wordt beïnvloed. Dit is verder onderzocht door wetenschappers van de universiteit van Rome en van Calabrië. Zij wisten darmbacteriën van kinderen met autisme via sondevoeding in muizen te krijgen. Die dieren vertoonden vervolgens in de bekende doolhoftests opmerkelijk gedrag, wat in zekere zin overeenkwam met dat van mensen met autisme, zo meldt de populair-wetenschappelijke nieuwssite Scientas.
Twee testgroepen
De muizen uit het onderzoek waren in twee groepen verdeeld. Een groep kreeg de darmflora toegediend, de andere groep (zwangere muizen) kreeg valproïnezuur. Dit is een middel tegen epilepsie, waarvan vermoed wordt dat het de kans op autisme verhoogt. De groep die de darmflora kreeg, vertoonde meer autistisch gedrag dan de nakomelingen van de zwangere muizen die valproïnezuur hadden gekregen.
De onderzoekers hopen dat er in de toekomst behandelmethodes voor autisme komen die rekening houden met voeding en de gezondheid van de darmen. De darmflora speelt volgens hen een sleutelrol bij autisme, zo concluderen zij in hun paper. |