Wetenschappers aan de Vrije Universiteit in Amsterdam zijn bezig uit te zoeken wat de beste manier is om gegevens te verzamelen over cliënten met een verstandelijke beperking. Ze hopen een soort standaard te kunnen ontwikkelen waaraan professionals en onderzoekers zich houden, zodat (onder meer) gegevens uit onderzoeken onderling kunnen worden uitgewisseld. Zij noemen dat een minimale dataset. Ze willen nu van professionals uit de verstandelijk gehandicaptenzorg horen wat die ervan vinden.
Ieder op zijn eigen manier
Goede zorg is gebaseerd op kennis en begrip van de cliënt en de situatie. Daarom verzamelen zorgverleners gegevens over hun cliënt en de situatie waarin deze verkeert. Onderzoekers verzamelen gegevens over groepen cliënten om bij te dragen aan betere zorg en ondersteuning. Tot nu toe doet iedereen dat op zijn eigen manier. Bijvoorbeeld onderzoeker A verzamelt gegevens over het sociale netwerk van een cliënt. Zorginstelling B verzamelt gegevens over de zorgconsumptie van de cliënt en zorgverlener C is geïnteresseerd in de woonsituatie van de cliënt. Gegevens worden verzameld met verschillende meetinstrumenten, en daardoor is uitwisselen en vergelijken van gegevens moeilijk. Zorgverleners hebben minder mogelijkheden om hun eigen werk te evalueren en werk gebeurt dubbel.
Vragenlijst
De onderzoekers, die samenwerken met onderzoeksorganisatie ZonMw, hebben voor zorgprofessionals uit de verstandelijk gehandicaptenzorg een vragenlijst opgesteld, waarmee zij kunnen meedenken over de manier van onderzoek plegen in onze sector. Aan hulpverleners, begeleiders, beleidsmedewerkers, managers, stafmedewerkers en andere professionals betrokken bij de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking wordt gevraagd de lijst in te vullen.
Je vindt de vragenlijst op nl.surveymonkey.com