Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
Menu

Hulp voor moeilijk plaatsbare kinderen

16 juli 2013 Door de redactie Geen reacties

Kinderen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen blijven vaak zo lang mogelijk wonen bij hun ouders. Voor het kind is dat het beste en het sluit aan bij de wens van de ouders. Daarom zijn er voor deze kinderen maar weinig plaatsen nodig en beschikbaar.

Voor kinderen met extreem complexe gedragsproblemen is thuis blijven wonen niet altijd haalbaar. Ouders gaan dan op zoek naar een andere oplossing. Juist omdat er voor deze kleine groep kinderen maar weinig plaatsen zijn, krijgen de ouders dan te maken met een wachtlijst. Tegen de tijd dat zij zo'n plaats zoeken is er vaak al sprake van een crisissituatie. Het Centrum voor consultatie en expertise (Cce) onderzoekt welke rol zij kan spelen bij deze problemen.

Het Centrum voor consultatie en expertise ziet jaarlijks 20 tot 30 kinderen met een verstandelijke beperking én bijvoorbeeld autisme of niet aangeboren hersenletsel voor wie ouders heel moeilijk een geschikte plek kunnen vinden. Voor de meeste kinderen wordt uiteindelijk wel een plaats gevonden, maar er komen ook weer nieuwe kinderen bij.

Normaal begaafd en probleemgedrag
Daarnaast ziet het Cce elk jaar ook 30 normaal begaafde kinderen met autisme en gedragsproblemen voor wie het nog lastiger is om een plaats te vinden. In de psychiatrie zijn zorgaanbieders eerder gericht op behandelen dan op wonen, terwijl dat wél de zorgbehoefte is van deze groep. De gehandicaptenzorg is niet georiënteerd op normaal begaafde kinderen. Soms wonen deze jongeren in jeugdinstellingen, waar zij na hun 18e niet langer kunnen blijven en lukt het om dezelfde reden niet om een goede plek in een andere zorginstelling te vinden. Het kan dus ook om (jong) volwassenen gaan. Voor hen bestaan in feite geen passende voorzieningen.

Goede samenwerking nodig
Het Cce constateert dat er soms een spanningsveld is tussen wat de zorg kan bieden en wat ouders willen. Het vraagt veel van zorginstellingen om de juiste plek te creëren voor deze mensen en tegemoet te komen aan wensen van ouders en familie. Het lukt alleen als álle betrokken partijen – zoals ouders/familie, zorgverleners, managers en zorgkantoor – goed met elkaar samenwerken.

Niet landelijk, wel regionaal
Op zijn site legt het Cce uit wat het centrum daaraan zou kunnen bijdragen. De oorzaak van het probleem is niet een gebrek aan expertise of geld. Er is geen discussie over de vraag wat er precies nodig is en de middelen zijn in principe beschikbaar. Wel kan het zijn dat een zorginstelling aangeeft plaatsen op maat te willen creëren, maar dat het zorgkantoor in de betreffende regio hiervoor geen budget meer heeft. Waar het om gaat is het organiseren van de juiste zorgvoorzieningen voor een relatief kleine groep cliënten verspreid over tientallen zorgkantoorregio's. De kunst is vooral hoe mensen en middelen bij elkaar te brengen en het nodige vertrouwen te creëren. Het Cce pleit niet voor landelijke voorzieningen, maar voor een goede regionale samenwerking. Waar nodig kan deze worden aangevuld met een regio-overstijgende samenwerking tussen bij elkaar in de buurt gelegen zorgkantoren en ondersteund door het Cce.

Schrijnend
Daarnaast krijgt het Cce regelmatig aanmeldingen van mensen met extreem complexe gedragsproblemen die géén Awbz-indicatie hebben. Zoals kinderen uit de jeugdzorg of mensen uit de kortdurende psychiatrie. Formeel kunnen zij geen consultatie aanvragen bij het Cce, terwijl het wel om schrijnende situaties gaat waar advies kan bijdragen aan verbetering en voorkomen van erger. Ook pleit het Cce voor een platform om gaten in het zorgsysteem met beleidsmakers te bespreken.

Informatie op de site van het Cce

Wil je reageren op dit artikel? Log dan in als abonnee!