Veel naasten van thuiswonende mensen met een verstandelijke beperking zijn door de coronacrisis op zoek naar extra opvang van hun familielid, met name voor de weekenden, maar ook voor de toekomst. De eerste lockdown heeft hen zwaar belast en de naasten voelen nog altijd vermoeidheid, meldt kenniscentrum Nivel naar aanleiding van onderzoek hiernaar.
Tijdens de eerste lockdown gingen dagbesteding en kinderdagcentra op slot, en kwamen de zorg en vrijetijdbesteding van thuiswonenden met een verstandelijke beperking geheel op de schouders van hun naasten terecht. Uit de tweede meting (april-mei 2021, ingevuld door 267 naasten) van het onderzoek Zorgen en zwaaien 2 blijkt dat 82 procent van de participanten aan de enquête daarvan niet kunnen bij komen.
De toegenomen zorgdruk heeft effect op hun kwaliteit van leven: 10 procent van de naasten met thuiswonende familie met een beperking vindt de kwaliteit van leven niet goed, tegenover 3 procent van de hele groep naasten.
De naasten ontdekten tijdens de lockdown dat de ondersteuning hen te veel is geweest en zoekt daarom nu naar mogelijkheden voor opvang in het weekend of in de vakantie, of andere logeermogelijkheden. Ook zoeken ze meer gericht met het oog op de toekomst: wat als ik straks de zorg niet meer aan kan? Zij kijken naar een alternatieve woonvoorziening voor hun familielid met een beperking.
In oktober volgt nog een derde meting in het kader van Zorgen en zwaaien.
Lees meer over de tweede meting, waaronder over het welbevinden van thuiswonende mensen met een verstandelijke beperking tijdens de coronacrisis:
- Tweede meting Zorgen en zwaaien Nivel
- Onderzoek naar aanpak wonen en zorg in coronatijd (artikel Klik over deze meting) |