Sandra zit 'op slot' en komt niet meer uit bed. Ze is vaak agressief tegen begeleiders, ze verwondt zichzelf en is overgevoelig voor aanraking en geluid. De begeleiders kunnen moeilijk afstemmen op wat Sandra nodig heeft om een prettig leven te leiden. Ze weten niet wat ze met haar aanmoeten. In een nieuwe casus op de site van het Centrum voor consultatie en expertise vertelt gedragskundige Evelyn Beun van de Siza-zorgroep wat Sandra’s team deed om haar uit de misère te krijgen.
In haar jeugd werd bij Sandra autisme vastgesteld. Naast overgevoeligheid voor prikkels van buiten, heeft ze veel last van dwanghandelingen. Ze aait bijvoorbeeld voorwerpen als ze een activiteit wil afsluiten. En dat moet in een bepaalde volgorde gebeuren. Als de volgorde niet goed wordt uitgevoerd, moet het opnieuw. En zo kunnen douchen en aankleden uren duren. Met als gevolg dat andere activiteiten in de knel komen en uiteindelijk helemaal niets meer worden ondernomen.
Niet lekker
Sandra’s ernstige verstandelijke beperking maakt het voor haar begeleiders niet eenvoudig om fysieke problemen op tijd te herkennen. Als ze niet lekker is, begrijpt ze niet waar dit vandaan komt en wordt ze angstig. Deze angst leidt weer tot dwanghandelingen en uiteindelijk tot zelfverwonding. Begeleiders worden wanhopig en haken af. Sandra gaat weer op slot.
Overvraging
Bij de beeldvorming wordt vastgesteld dat Sandra behalve autisme en een ernstige verstandelijke beperking, ook een in verhouding veel lagere emotionele ontwikkelingsleeftijd heeft. Haar probleemgedrag is een gevolg van overvraging. Op slot gaan en in bed blijven liggen is voor haar de enige manier om aan overvraging te ontsnappen.
Flexibele ordening
Het team neemt een aantal maatregelen. Zo proberen ze de vaste ordening die Sandra zo dwangmatig wil handhaven, te doorbreken, en haar er een flexibele ordening in tijd, activiteiten, ruimte, personen en prikkels voor in de plaats te geven. De houvast komt van verwijzers naar activiteiten, en een klein kernteam. Ook bij het eten wordt variatie in het menu en de plaats nagestreefd.
Nabijheid
De tweede interventie is dat Sandra’s grote behoefte aan nabijheid op maat wordt vervuld. Het is een uitdaging voor het team om aan te sluiten bij haar behoeftes op een manier die zij met haar autisme toch aankan.
Een van de opvallendste ontdekkingen van de begeleiders is dat Sandra hen beter in haar buurt kan verdragen als zij zich klein maken en zachtjes praten. Door rust uit te stralen en bij haar te gaan zitten, geven ze haar de tijd om te reageren. Het helpt Sandra als begeleiders taal gebruiken die past bij de situatie, en als zij niet reageren op reacties van Sandra die niet passen bij wat zij aan het doen is.
Veiligheid
Het team komt tot de conclusie dat Sandra niet twee begeleiders tegelijk bij zich in de buurt kan hebben. Aangezien de situatie soms uit de hand kan lopen, wordt dat opgelost door een begeleider bij haar te laten zijn, gecombineerd met cameratoezicht. In geval van nood springt een collega bij. Deze maatregel verhoogt het gevoel van veiligheid van de begeleiders.
Interventie 3 is dat de begeleiders door middel van verrassing Sandra’s dwang weten te doorbreken. Ze zijn daar ondertussen heel creatief in geworden.
Lees de casus over Sandra (en anderen) op de site Leren van casussen van het Centrum voor consultatie en expertise