De kwaliteit van zorg is dus onder de maat. Of, in de woorden van het rapport: ‘De belangrijkste conclusie is dat verantwoorde zorg onder druk staat door personele tekorten, zowel kwantitatief als kwalitatief. Hierdoor lopen continuïteit en veiligheid van de zorg gevaar, en kunnen medewerkers niet de vraaggerichte zorg- en dienstverlening bieden die ze willen leveren. Extra zorgwekkend is het feit dat deskundigen in de zorg afhankelijk zijn van begeleiders voor tijdige signalering van risico’s bij cliënten. In het geval van onvoldoende en onvoldoende deskundig personeel blijft deze signalering achterwege.’
Zorgen van ouders zijn terecht
De Inspectie heeft van het ministerie extra geld gekregen om onderzoek te doen, vanwege de vele en ernstige klachten die de laatste tijd vooral van verwanten komen. Op grond van een ‘risicotoets’ bij 96 ‘organisatorische eenheden’ (instellingen of clusters woningen) concludeert de Inspectie ‘dat er inderdaad reden is tot bezorgdheid.’ Het gaat alléén om 24-uurs zorg; wonen dus in een instelling of woonvorm.
De zorgen van ouders zijn terecht, vindt de Inspectie. Zij noemt de situatie in een kwart van het veld ‘zorgelijk: er moeten plannen van aanpak gemaakt worden ter verbetering van de zorg- en dienstverlening over 3 tot 8 risico-aspecten. In de helft van het veld moeten plannen van aanpak gemaakt worden voor 1 of 2 risico-aspecten; met enige inspanning kan de zorg zodanig verbeterd worden dat de situatie weer op orde is. Slechts in een kwart van het veld wordt verantwoorde zorg geboden en zijn geen plannen van aanpak nodig.’
Veel klagende ouders krijgen dus gelijk: er is het nodige mis in de woonzorg. Ondanks alle inspanningen van begeleiders en managers voor kwaliteit, voor certificering, voor verantwoorde zorgzwaartepakketten: de zorg is onder de maat. Aspecten die de Inspectie zwaar vindt wegen zijn ‘ondersteuningsplannen als drager van vraaggerichte zorg- en dienstverlening,’ en multidisciplinaire deskundigheid. ‘De professionalisering zal verder gestimuleerd moeten worden.’
Kleine instellingen beter
Opvallende uitkomst is, dat voornamelijk kleinere concerns/stichtingen goed scoren. Daarnaast zijn oorspronkelijk semimurale instellingen beter als het gaat om continuïteit, onder meer omdat medewerkers gewend zijn meer zelfstandig te werken. Dat aspect van de zorg ‘levert de meeste risico’s op, en hiervoor moest het vaakst een plan van aanpak gemaakt worden (48%).’Het onderzoek van de inspectie bestond uit vragenlijsten (meer dan 600), en bezoeken aan locaties van 96 aanbieders. Daarbij hebben de inspecteurs gesproken met cliënten, cliëntvertegenwoordigers, begeleiders, deskundigen en het management.Tweede belangrijke constatering is, dat de personeelsbezetting vaak onvoldoende is: ‘De kwaliteit en kwantiteit van het personeel is zorgwekkend, en heeft gevolgen voor de continuïteit van de zorg- en dienstverlening.’ In 48% van de bezochte locaties zijn maatregelen nodig.Ruim een kwart van de instellingen ‘moet maatregelen nemen om de eigen regie van de cliënt te verbeteren. De maatregelen en aanbevelingen van de Inspectie zijn gericht op het scheppen van voorwaarden voor grotere bekendheid met en inzet van beproefde methodieken om de wensen van cliënten te leren kennen en hen te ondersteunen in het maken van keuzes.’ Dat iedereen de client centraal stelt, betekent dus helemaal niet dat die client ook zelf beslissingen kan nemen. Integendeel: <de client centraal> is vaak een loze leus. De Inspectie stelt voor dat er ‘best practices’ worden ontwikkeld ‘over methodieken en stijlen van management die een cliëntgerichte organisatie van de zorg- en dienstverlening mogelijk maken.’
De instellingen zijn met dit rapport zeker niet af van de Inspectie. Die blijft hen in de gaten houden: ‘Aan alle noodzakelijk geachte verbeteringen worden termijnen gesteld en zonodig wordt het toezicht verscherpt.’
Verantwoorde zorg voor gehandicapten onder druk Toets op risico’s in de 24-uurszorg voor mensen met een verstandelijke beperking 2006-2007. Rapport van de Inspectie voor de gezondheidszorg, te downloaden op www.igz.nl.
Daar zijn ook bezoekverslagen te vinden.