Naar aanleiding van de herhaling van de film 'Ik neem je mee' over trotse migrantenouders, geeft columniste Margreet Pereboom een reactie over waar volgens haar hulpverleners deze doelgroep mee kunnen ondersteunen. Door allereerst hun wortels te respecteren, en ze loyaal te laten zijn aan beide culturen.
"Je put kracht uit de dingen die leuk voor haar zijn, zoals dat ze, met haar zus, van die dingetjes bedenken. Ze halen het matras dan naar beneden en gaan bij elkaar logeren. Vervolgens kijken ze samen naar een programma als de voice of holland tot half elf. En ondertussen breng ik ze wat lekkers. Ze genieten daar zo van en dan hebben ze de grootste lol. Daar haal je kracht uit, ze geniet. Ze is daarnaast ook op het Marokkaans zijn gericht. Ze is heel erg een Marokkaans meisje. Dat is grappig om te zien, want ze is natuurlijk gewoon in Nederland geboren. Als er bijvoorbeeld op de televisie Marokkaanse muziek aan staat, dan gaat ze helemaal uit haar dak..."
Bovenstaande is een willekeurig fragment uit de uitzending van 'Ik neem je mee'. In deze, herhaling, nam kinderarts Dr. Nordin Dahhan ons mee in de wereld van migrantenouders met hun kinderen met een beperking.
Sociaal isolement
Een prachtige documentaire waarin je ouders ziet worstelen met acceptatie, geloofsovertuigingen, cultuur, familie, oordelen en veroordelen vanuit deze achtergrond, gebrek aan kennis, maar ook het gevecht om een plek in onze Nederlandse samenleving.
Een samenleving waar iedereen zijn eigen verantwoordelijkheden moet nemen (en kennen) voor zichzelf. Maar wie wijst deze ouders de weg? Op een enkele uitzondering daar gelaten vervallen deze ouders met hun kinderen vaak toch in een sociaal isolement.
Ik kan mij mijn eerste contact met een Spaanse vader nog goed herinneren. Ik was 17 jaar en net begonnen als leerling z-verpleegkundige. Ik stond op een groep van zeven cliënten met een verstandelijke beperking. Onder hen woonde Alejandro. Een jongeman van 22 jaar, hij kon niet praten en was voor zorg volledig van ons afhankelijk.
Ik zat net met de hele club aan het ontbijt. Iedereen was gedoucht en aangekleed. Ik weet nog dat ik trots was op het feit dat het mij nu vast ging lukken om iedereen op tijd naar snoezelen, fysiotherapie en artsen te krijgen. Toen kwam Alejandro's vader, druk gebarend, de kamer binnen lopen. Hij trok Alejandro van tafel en wilde hem meenemen. Ik schrok van dit geweld en probeerde hem tegen te houden. De vader in kwestie probeerde, schreeuwend, uit te leggen wat er aan de hand was. Maar ik verstond het niet.
Beter maken
Hij sprak de taal niet, los van een gebrekkig Nederlands zinnetje wat leek op "Er is een machine in Nijmegen die Alejandro beter kan maken". Gelukkig kwam er van andere woningen hulp aangelopen en zij hebben de situatie overgenomen. Toch is het mij altijd bijgebleven, want deze vader stond zo anders in het verwerkingsproces met zijn zoon dan Nederlandse ouders. Hij was er heilig van overtuigd dat zijn zoon kon genezen van de handicap, door een machine.
Hier komt Dr Dahhan in de documentair uitgebreid op terug. Alleen Amsterdam al kent 175 nationaliteiten en zij lopen achter. Het is dezelfde vertraging zoals wij gekend hebben. Maar door kennis en het delen van ervaringen zijn we wijzer geworden en zo konden wij ontwikkelen.
Schuld en hoop
In veel culturen is dit nog niet aan de orde. Er is schaamte, onzekerheid. Maar ook de harde manier waarop ze in de Nederlands zorg geconfronteerd worden met alle feiten. "Uw zoon zal nooit kunnen lopen, "Uw dochter heeft een geestelijke handicap, die gaat niet over". En dat terwijl zij, vanuit hun overtuigingen, geloven dat ze beter kunnen worden. Wij ontnemen hen hoop.
Daar zit een wezenlijk cultuurverschil. Van onze Nederlandse nuchtere kijk op situaties en een instelling waarin we niet gespaard willen worden. "Nee, schets ons maar de situatie zoals we ervoor staan en wat we kunnen verwachten. Wind er maar geen doekjes om".
Maar ook dat is een ontwikkeling die jaren, misschien wel, generaties nodig heeft gehad. In de jaren vijftig tot de jaren zeventig van de vorige eeuw kregen de ijskastmoeders in Nederland nog de schuld van het autisme van hun kind. Dit maken de Marokkaanse moeders nu door, zo blijkt in de uitzending. "Jij wilde werken en studeren, je bent te ambitieus. Had je dochter meer liefde gegeven want dan was ze niet zo geworden..."
Inhaalslag
Maar kun je nu, met deze gezinnen en alle culturen, een inhaalslag maken? Is dit mogelijk? Wat kunnen wij er, als hulpverleners, aan bijdragen, vanuit onze grondhouding? Dr. Dahhan pleit voor het in contact brengen met elkaar, laat ervaringsdeskundigen ondersteuning bieden. Ze moeten het letterlijk gaan "zien" dat het ook anders kan. Laat dit een soort van besmetting zijn, dit proces moet op gang komen.
Zelf denk ik dat het ook nog een laag dieper gaat dan deze dingen te gaan doen. De mens, ieder mens moet gaan beseffen dat mensen (waar ze ook vandaan komen) altijd trouw zijn aan hun eigen wortels, zo schrijft familietherapeut Else-Marie van den Eerenbeemt, in haar prachtige boek Door het oog van de familie. "Je eigen wortels zijn heilig, waar je ook bent. Als je dit niet beseft of hier geen respect voor hebt, dan wordt de ander nog trouwer aan die wortels en zal daar sterker op terugvallen. Loyaliteit aan je land, aan je cultuur, aan je godsdienst, aan het dorp, aan je familie: dat zit diep."
Geaccepteerd
Je integreert volgens Van den Eerenbeemt pas als je een bijdrage kunt leveren die gezien, geaccepteerd en gewaardeerd wordt: "Ieder mens wil tenslotte van betekenis zijn. Van betekenis zijn voor het land waar hij vandaan komt, maar ook van betekenis voor het land waarin hij woont, de verworven loyaliteit. Dat betekent dat je, als migrant, aan voorwaarden moet voldoen om als burger voor vol aan te worden gezien en te worden geaccepteerd; Het aanleren van de taal, het kennisnemen van de cultuur waarin je gaat leven en het kennisnemen van de instanties van het land van aankomst."
En andersom kun je je volgens de familietherapeut pas vellig voelen in het land van aankomst als de waarden vanuit jouw erfgoed behouden kunnen blijven, als ze gerespecteerd worden, als je de normen uit het land van herkomst kunt en mag inpassen in die van het land waarin je woont zonder je deloyaal te voelen. "Want dan ontstaat er ook ruimte om vraagtekens te zetten bij jouw waarden en die van anderen. Dit is nodig om een eigen levenshouding en mening te ontwikkelen, zonder dat je het gevoel hebt dat je een keuze moet maken. Wij, als hulpverleners, moeten ervoor gaan zorgen dat migrantenouders niet het gevoel hebben dat ze keuzes hoeven te maken. Wij moeten samen op reis, ik neem je mee en laat hen ons meenemen."
Trots
De documentaire laat het gezin waar Manar opgroeit zien. De ouders van Manar hebben kennis opgedaan, ze zijn van een tweede generatie, ze kennen de taal, ze leven mee in onze cultuur zonder hun eigen oorsprong te verloochenen. Ze lopen de avondvierdaagse met Manar en ze kennen de voorzieningen en de regels van ons land. Met deze bijdrage aan de film zijn ze van betekenis. Manar haar vader zegt dat hij trots is op zijn gehandicapte dochter. Dat te mogen en te durven zeggen... als vader zijnde uit een Marokkaanse cultuur.... prachtig!
Maar ook Manar zelf. Kijken naar het huis Anubis, logeren bij haar zusje op een matras en de Voice of Holland kijken. Niet letterlijk kunnen praten, maar wel laten merken dat je óók een Marokkaans meisje bent. Ze praat niet, toch laat ze wel haar stem horen. Zij leert ons een les. Het is volgens Van den Eerenbeemt namelijk legitiem om meer dan één identiteit te hebben, om meervoudig loyaal te zijn. Aan je wortels, maar ook aan het land waarin je woont en opgroeit!
Want;
"Het maakt niet uit wie je bent
Je kan alles zijn
Je kan alles zijn
Het maakt niet uit wat je doet
Je kan alles doen
Je kan alles doen
Zolang je maar jezelf was, jezelf bent, jezelf blijft
Zolang je maar jezelf was, jezelf bent, jezelf blijft
Voor altijd...."
(Gers Pardoel. Van het album 'Deze wereld is van jou')
Door Margreet Pereboom