Inzet voorspelbare robot in autismeklas blijkt helpend

De inzet van een robot in het speciaal onderwijs voor basisschoolkinderen met autisme blijkt ervoor te zorgen dat de leerlingen vorderingen maken. Dat ontdekte onderzoeker Bob Schadenberg, die op 30 april aan de Universiteit Twente promoveerde.

Met zijn onderzoek wilde Schadenberg, verbonden aan de werkgroep Human Media Interaction, kijken of een robot kinderen met autisme kan ondersteunen bij het leren. Een leerkracht of therapeut gebruikte de sociale robot Zeno als hulpmiddel bij de begeleiding van de kinderen. De onderzoeker was hier zelf ook bij aanwezig, omdat het ontwerp van de robot nauw aan moest sluiten bij de ervaringen van de kinderen. De resultaten waren erg wisselend, de invloed van autisme op de ontwikkeling van een kind is immers steeds anders.

Schadenberg heeft de robot internationaal gebruikt, want naast Nederland werd ook onderzoek op speciale scholen in het Verenigd Koninkrijk en Servië gedaan met Zeno. Het betrof in alle gevallen kinderen die veel ondersteuning nodig hebben en waarvan sommigen weinig gesproken taal begrijpen of zelf niet kunnen spreken.

Voorspelbaar gedrag
Wat voor kinderen met autisme heel belangrijk is, is voorspelbaarheid. Robot Zeno vertoonde daarom heel voorspelbaar gedrag. De resultaten waren er ook naar: kinderen hadden significant meer aandacht voor een taak wanneer Zeno voorspelbaar gedrag vertoonde. Leerkrachten en therapeuten kunnen Zeno bijvoorbeeld prima gebruiken om de beginselen van sociale vaardigheden mee te oefenen. Ze hoeven minder aandacht te schenken aan het ontcijferen van onvoorspelbaar gedrag.

Ook een andere onderzoeker van de UT promoveert op een studie waarbij een robot is gebruikt. Daniel Davison liet robot Zeno zelfstandig werken op een Montessori-basisschool en zag ook hier potentie: kinderen verbeterden hun mindset. Wanneer ze een fout maakten, wist de robot hen bijvoorbeeld te motiveren om door te gaan.  |