Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
Menu

Justitie wil kennis over en omgang met lvb’ers verbeteren

25 januari 2017 Door de redactie Geen reacties

Er is uitgebreid onderzoek gedaan naar waarom (vooral jonge) mensen met een lichte verstandelijke beperking (lvb) veel met justitie in aanraking komen. Het ontbreken van geschikte dagbesteding, woonplek, en juiste kennis van hun beperking bij professionals zijn enkele van de problemen die uit dit onderzoek van de Hogeschool Leiden naar voren komen.

Het onderzoek vond plaats in opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Aanleiding hiervoor is dat in de praktijk de veronderstelling leeft dat mensen met een lichte verstandelijke beperking vaker met justitie te maken hebben dan anderen en dat tijdige herkenning van hun beperking en de manier waarop er met hen wordt omgegaan beter kan.

Patronen
De Hogeschool Leiden ontdekte een aantal patronen:

  • Voor het herkennen van lvb zijn meerdere onderzoeksmethoden gebruikt, die zeer uiteenlopende uitkomsten boden. Via diagnostisch onderzoek (door middel van intelligentietesten) bleek 10 procent van de mensen in reguliere detentie lvb te hebben. Op bijzondere afdelingen was dat 15 tot 20 procent en in forensisch psychiatrische instellingen was het percentage 20 tot 25 procent. Via screening (met een gevalideerde korte vragenlijst) was het herkenningspercentage veel hoger. In reguliere detentie ging het ineens om 30 tot 45 procent. Er is geen wetenschappelijke verklaring voor dit verschil.
  • Onder de lvb’ers waren meer jongeren dan volwassenen.
  • In enkele zware dadergroepen was het aandeel lvb’ers het hoogst, maar de steekproeven die hier genomen zijn, waren klein en daarmee niet altijd representatief.


Knelpunten
Daarnaast heeft advies- en onderzoeksbureau Significant gekeken naar knelpunten in beleid en uitvoering ten aanzien van lvb’ers. Hun onderzoeksrapport meldt twaalf knelpunten. Hieronder enkele daarvan:

  1. Herkenning en signalering van een lvb ontbreekt bij de eerste contacten met justitie.
  2. Processen in het (jeugd)strafwerk duren te lang, waardoor lvb’ers de link tussen wat ze fout hebben gedaan en de oplegde straf niet goed meer kunnen leggen.
  3. Professionals weten niet goed hoe ze met lvb’ers om moeten gaan.
  4. Informatie (zowel mondeling als schriftelijk) vanuit justitie begrijpen veel lvb’ers niet.
  5. Door gebrek aan geschikte werkplekken is er nauwelijks zinvolle dagbesteding te realiseren.
  6. Er is onvoldoende passende huisvesting voor lvb’ers.
  7. Mensen met een lvb hebben vaak met meerdere problemen te maken, wat een multidisciplinaire aanpak vereist. Die schiet op lokaal niveau nog tekort.


Herhaling voorkomen

De uitkomsten van beide rapporten zijn besproken met bestuurders, managers en professionals in het justitie- en zorgdomein en gemeenten. Zeker op het gebied van de knelpunten zijn al initiatieven in gang gezet. Alle betrokken partijen zijn het erover eens dat een domeinoverstijgende benadering van mensen met een lvb belangrijk is om te voorkomen dat zij (herhaaldelijk) als dader of slachtoffer in aanraking komen met justitie. Dit jaar gaat het ministerie samen met justitiële en zorgpartners, gemeenten en andere ministeries hiermee aan de slag.  |

Meer informatie over het onderzoek staat op de
website van de rijksoverheid. Daar zijn ook de rapporten te downloaden.

Wil je reageren op dit artikel? Log dan in als abonnee!