Kinderen met een autistische stoornis worden wel degelijk geraakt door de emoties van andere mensen, maar ze reageren er anders op dan zich normaal ontwikkelende kinderen, ontdekte de Leidse autisme-expert Carolien Rieffe. Dat inzicht leidt tot andere diagnostiek en behandeling.
Mensen met een autistische stoornis hebben moeite met het verwerken van emoties, schrijft Carolien Rieffe op de website van de Leidse universiteit. Tot voor kort dachten wetenschappers dat zij veel minder geraakt worden door emoties van anderen, maar dat is niet waar, blijkt uit het onderzoek van Rieffe onder kinderen.
Rieffe is hoogleraar Sociale en emotionele ontwikkeling bij kinderen met auditieve of communicatieve beperkingen. "Kinderen met een autistische stoornis merken wel degelijk dat iemand anders verdriet heeft of teleurgesteld is, maar ze gebruiken die informatie niet zoals andere kinderen." Andermans verdriet of zichtbare pijn leidt bij deze kinderen niet automatisch tot medelijden of een empathische benadering. "Ze raken er dikwijls zelf door van slag, en kunnen boos of zelfs agressief reageren."
Problematisch gedrag
Die andere reactie kan leiden tot problematisch gedrag. Kinderen met een normale ontwikkeling zullen andere kinderen minder snel pesten als ze zich daar schuldig door gaan voelen. Maar kinderen met deze stoornis gaan zich soms juist lastiger gedragen als ze emoties sterker ervaren. Vanwege die verwarrende gevoelens proberen veel van deze kinderen dergelijke prikkels te vermijden en trekken ze zich terug van andere kinderen.
Geïsoleerd
Rieffe: "Dat is op zich een slimme strategie, omdat je zo die emotionele overprikkeling vermijdt, maar het isoleert hen wel. Hierdoor missen deze kinderen weer veel sociale leer-ervaringen." Rieffe wil de oorzaken van deze andere verwerking van emoties verder onderzoeken.