In Nederland zijn veel kleine zorgaanbieders actief in de gehandicaptensector. Juist het kleinschalige heeft grote aantrekkingskracht; daar is vast aandacht en tijd voor cliënten, waardoor zij de juiste zorg krijgen. Maar is dat ook zo? De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) deed onderozek bij 26 kleine zorgaanbieders. Conclusie: de zorg is er in de meeste gevallen voldoende tot goed.
De 26 zorgaanbieders voor cliënten met een verstandelijke beperking hadden al eerder bezoek van de inspectie gehad om te kijken of ze voldeden aan de randvoorwaarden voor goede en veilige zorg. Toen bleken bij 20 van hen bepaalde zaken niet op orde. De onaangekondigde inspectieronde (gehouden tussen januari 2018 en juli 2019) was dan ook bedoeld om te kijken of de organisaties zich hadden verbeterd. In veel gevallen was dat zo.
De IGJ beoordeelde de kleine zorgaanbieders op vier thema’s:
- Persoonsgerichtheid van de zorg
- Het aantal zorgverleners en hun deskundigheid
- Kwaliteit en veiligheid van de zorg
- Medicijnveiligheid.
Persoonsgericht
Op dit punt scoren de zorgaanbieders gemiddeld hoger dan op de andere thema’s. Zorgverleners kennen de cliënten heel goed, weten wat hun wensen en behoeften zijn en spelen hierop in. Er is veel persoonlijke aandacht. In 3 gevallen ervaren cliënten te weinig eigen regie, bijvoorbeeld door strikte huisregels (meestal opgelegd uit oogpunt van veiligheid).
Zorgverleners
Bij de meeste zorgaanbieders uit de steekproef werkt een klein, stabiel team met weinig verloop en een laag ziekteverzuim. Er zijn in veel gevallen (20 van de 26 kleine instellingen) voldoende deskundige zorgverleners beschikbaar.
Soms is een team echter zo klein dat er zelfs geen achtervang voor ziekte of vakantieperiode is. Dan worden wel eens medewerkers met onvoldoende deskundigheid ingezet. Vaak betrekken deze teams ook geen gedragsdeskundige bij hun organisatie. Waar dat wel (structureel) gebeurt, is de balans tussen zorgvragen en deskundigheid wel gewaarborgd.
Kwaliteit en veiligheid
Van de 26 onderzochte zorgaanbieders zijn er 14 die de kwaliteit en veiligheid van de zorg bewaken, beheersen en systematisch verbeteren. Nog eens 5 voldoen grotendeels aan deze norm. Bij de overige kleine zorgaanbieders ontbreekt soms een systeem voor het veilig melden van incidenten en bestuurders zijn niet altijd op de hoogte van de geldende wet- en regelgeving.
Bij 3 van de zorginstellingen zijn de voorwaarden voor een bedrijfscultuur gericht op leren en verbeteren grotendeels tot niet op orde. Hier ontbreken bijvoorbeeld de mogelijkheden voor teamoverleg of relevante scholing door krappe bezetting of de wijze van roosteren.
Medicatieveiligheid
Een actueel medicatieoverzicht en een actuele toedienlijst van de apotheek zijn van groot belang voor de medicatieveiligheid. 14 van de 26 getoetste zorgaanbieders beschikken hierover.
Bij 5 zorgaanbieders bleek dit onderdeel niet toetsbaar, omdat de cliënten geen medicijnen nodig hebben. En 4 aanbieders presteren bij deze norm onvoldoende, bijvoorbeeld omdat men werkt met zelfgemaakte toedienlijsten of lijsten van de apotheek waar handmatig medicijnen bij worden geschreven. Volgens de inspectie is dit foutgevoelig en daarom risicovol.
Verbeterkracht
Uiteraard vergeleek de inspectie de uitkomsten van deze steekproef met die van daarvoor. Zo kon zij constateren of de 20 zorgaanbieders die zich op een aantal punten moesten verbeteren dit ook hadden gedaan.
De IGJ is blij om te zien dat de meeste kleine zorgaanbieders de verbeterpunten uit de eerste toets op randvoorwaarden hebben opgepakt en hiermee aan de slag zijn gegaan. Ondanks het feit dat bij hen nog niet alles op orde is, heeft de inspectie er vertrouwen in dat ook de laatste verbeterpunten nog in orde komen. Bij drie van de 26 onderzochte zorgaanbieders was dat vertrouwen in de verbeterkracht zo klein dat 2 van hen een aanwijzing hebben gekregen en 1 onder verscherpt toezicht is geplaatst. |
Het onderzoek is als pdf na te lezen op de website van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Daar is ook per onderzochte zorgaanbieder het rapport in te zien.