Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
Menu

Kofi: communiceren zonder praten

19 september 2016 Karin Bokhove Geen reacties

Eigenlijk heeft-ie er geen zin in vandaag. Hij heeft al een fikse wandeling achter de kiezen en is bekaf. Karin Bokhove schrijft hoe ze op pad gaat met haar zoon Kofi, die autisme en een verstandelijke beperking heeft.

"Kom joh, dan gaan we naar het cafeetje, lekker chocomel drinken," verleid ik hem en houdt het wandeltouwtje voor z'n neus. Nu komt hij toch maar overeind en stiefelen we over het terrein, richting poort die de instelling afbakent van de buitenwereld. Daar strekt hij z'n arm en wijst naar de verte terwijl zijn ogen de mijne aftasten.

"Jazeker, chocomel," bevestig ik. De pas gaat erin. Ik kan hem ternauwernood bijbenen en raak allengs achterop.


Ontsnapt
Een grijs echtpaar snort voorbij op elektrische fietsen. "Hé, d'r is d'r eentje ontsnapt!" Guitige bejaarden. Ha ha. Ze maken geen aanstalten om hem te vangen.

Ik haal hem moeizaam in. Nieuwe begeleiders hebben deze versufte aardappel omgeturnd tot een afgetrainde vent. Elke dag een uur of drie tempo wandelen, medicijnen verder afbouwen. Er is ruim tien kilo af en hij barst van de energie. Die wil ik niet temperen.

Ik ga er in ganzenpas erachteraan. Tweeëntwintig is hij inmiddels, en in de kracht van z'n leven. Dit zijn kerels op de toppen van hun kunnen die op tropische stranden met krachtdadige rukken volle visnetten binnenhalen terwijl te jong en te oud bewonderend toekijken.


Doordringend
Korzelig kijkt hij om, loopt terug en staart me doordringend aan zonder ook maar een enkele keer met z'n ogen te knipperen. Het liefst boorde hij z'n blik in mijn binnenwereld, om zijn wensen daar zonder tussenkomst van enige communicatieschil neer te leggen.

"Ja, chocomel," bevestig ik met dik aangezet hoofdknikken. Hij neemt me bij de arm en wijst alweer. "Er is hier toch wel, chocomel?" zeg ik nog maar eens. Er hangt heel wat vanaf, dat begrijp ik ook wel. Maar mijn bevestiging volstaat niet. Hij wijst nogmaals, tuit z'n lippen en tuurt naar de mijne. Daar moeten die mooie woorden uitrollen.


De woorden blijven uit
"Zeker wel, chocomel!" zeg ik geduldig en leg dan mijn vinger op zijn lip, "zeg jij het maar Kofi, chocomel!" Maar de woorden blijven uit. Al jaren.

Toch blijf ik hopen, PRAAT DAN TOCH EENS, PRAAT DAN TOCH! Maar waarom toch dat verlangen? Wat doet het er toe? Hij communiceert al, met ogen, handen en voeten. Wat ga ik winnen met woorden? Ik hoor z'n groepsgenoten vaak genoeg.

(Diepe bas)"NINONADE, NINONADE, KOEKJE, RANJA, CHIPS!"

Schiet ik daar iets mee op? Nee, mijn verlangen reikt veel dieper. Ik wil weten wat er in hem omgaat. Maar dat gaat niet gebeuren, alsof er uit de mist ineens een jongeman zou opdoemen die mij gloedvol de finesses van zijn gevoelsleven uit de doeken doet. Gaat niet gebeuren.


Gedachten lezen
Kofi staat stil en wijst. Hij vraagt zich niet af wat ik denk, raakt hooguit gefrustreerd wanneer ik zijn gedachten niet kan lezen. Ik, zijn moeilijk bestuurbare lichaamsdeel. Maar op dit moment staan die gedachten in hoofdletters op zijn voorhoofd gegrift.

"Ja, we gaan chocomel drinken hoor!"

Dan zijn we bij het café, doen onze bestelling en wachten ongeduldig tot de chocomel arriveert. De ober zet het glas met een zwierig gebaar op tafel waarna Kofi de inhoud in één vloeiende beweging naar binnen klokt. Op! Hij komt alweer overeind, grijpt m'n tas en rukt aan de jassen. We moeten verder.


Touwtje
Volgende bestemming. Naar de boerenboswinkel. Want dat doen wij na de chocomel. Onze wekelijkse zopie en koek route. Door mijn gepeins ben ik weer eens achterop geraakt, Kofi zwiept ongeduldig met zijn touwtje.

"U mag wel een been bijtrekken mevrouw." Weer een guitige bejaarde. Hebben die lui niks beters te doen dan rondjes lopen met hun Bello's en Fikkie's? Zijn ze de leukste thuis en er daarom door moeder de vrouw uitgegooid? Ga jij Fikkie maar even uitlaten, lieverrrrd!

Even verderop halen we in razende vaart een montere opa met kleinzoon in. "Hé, je bent de hond verloren!" Inderdaad heeft het gerafelde uiteinde van Kofi's fiepje wel iets weg van een doorgeknaagde hondenlijn. Ja leuk. Meneer. Wij spreken je nog wel als je hartendief zich niet geheel naar behoren ontwikkelt.  |

Door Karin Bokhove, moeder van Kofi. Zij schrijft onder meer het weblog 'Het kleine leven van Kofi', waar deze aflevering september 2016 verscheen.

Wil je reageren op dit artikel? Log dan in als abonnee!