Omdat het persoonsgebonden budget (pgb) in Nederland laat is gestart en de budgetten relatief hoog zijn, is de vraag ernaar enorm gestegen. Daarnaast is er een grote groep nieuwe gebruikers, namelijk jongeren met psychische en verstandelijke beperkingen, die vóór de aanvraag van het budget geen zorg ontving of gebruik maakte van mantelzorg.
Het Sociaal Cultureel Planbureau (Scp) onderzocht het succes van het pgb en vergeleek de Nederlandse situatie die in Duitsland en Engeland. De conclusies:
De Scp benadrukt dat het niet per definitie problematisch is dat het pgb-gebruik zo hard groeit. De pgb-regeling vergroot immers de keuzevrijheid van cliënten, waarmee de regie over het eigen leven ondanks beperkingen wordt bevorderd. Bovendien is het gebruik van een pgb in vergelijking met zorg in natura vaak goedkoper.
Evenwicht
Hoewel er veel nieuwe zorgvragers gebruikmaken van een pgb, meent het Scp dat als de regeling blijft zoals deze nu is, het pgb uiteindelijk geen nieuwe cliënten meer aantrekt, zodat er een evenwicht ontstaat tussen het gebruik van zorg in natura en het pgb. Op korte termijn loopt de betaalbaarheid van de langdurige zorg wel gevaar als de zorgvragen zo hard blijven groeien.
"Om de zorg te waarborgen, voor met name de cliënten met een zwaardere zorgbehoefte, moet de toegang tot zowel pgb als zorg in natura kritisch onder de loep worden genomen. Met relatief lichte beperkingen komt een Nederlander al gauw in aanmerking voor publiek gefinancierde zorg", zo concluderen de onderzoekers. Ze adviseren om een goed evenwicht te vinden tussen betaalde mantelzorg en het koesteren en ondersteunen van mantelzorgers waar mogelijk.