Door de verzakelijking in de zorg is het moeilijker om in te spelen op de cliënt. Dat blijkt uit onderzoek onder begeleiders van licht verstandelijk gehandicapten (lvg-ers) van het lectoraat Zorg voor mensen met een verstandelijke beperking van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Toch is er hierdoor weinig afname van motivatie onder de begeleiders.
In het onderzoek 'De menselijke maat van de zorg werden 28 begeleiders van lvg-ers ondervraagd. De begeleiders zeiden het voorrang krijgen van zorgprocessen boven het investeren in direct contact en betrokkenheid als grootste gevaar te zien. Een enkele begeleider gaf zelfs aan dat het beter is geen vertrouwensband meer op te bouwen met cliënten, omdat de continuïteit van de zorg niet gewaarborgd is.
In de ogen van de meeste begeleiders ligt het opbouwen van een relatie met en het erkennen van de cliënt aan de basis van menslievende zorg.
Bevorderende factoren hiervoor:
Hoewel de beleiders aangaven dat rapporteren en regels ten koste gaan van het contact met de cliënt, ontsnappen ze hieraan door hier flexibel mee om te gaan: "Het is een beetje creatief boekhouden door alle regeltjes heen, zodat iedereen de zorg krijgt die hij nodig heeft", aldus een van de ondervraagden.
Overlegcultuur voorbij
Als positief gevolg van de marktwerking werd genoemd dat de overlegcultuur voorbij is. En ondanks de toegenomen werkdruk blijven begeleiders met plezier werken. De passie moet echter wel gestimuleerd blijven doordat organisaties kritisch blijven streven naar de overbrugging van de kloof tussen papier en goede zorg in de praktijk.
'De menselijke maat van de zorg' is een van de onderzoeken die beschreven wordt in de uitgave 'Menslievende professionalisering in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Aansluiten bij ouders en cliënten' van Petri Embregts en Lex Hendriks. Andere onderzoeken hierin beschreven, en ook besproken op het symposium van het Han-lectoraat over menslievende zorg op 27 januari, richten zich op de competenties van begeleiders volgens ouders en cliënten, en op sociale netwerken.
Op de foto (van fotograaf Rob Gieling) een van de workshops op het symposium van het Han-lectoraat