Er dreigt een tekort te ontstaan in de medische zorg voor verstandelijk gehandicapten. Dat stelt Henny van Schrojenstein Lantman bij de aanvaarding van de tweede Nederlandse leerstoel gezondheidszorg voor mensen met verstandelijke beperkingen in Nijmegen.
Professor Van Schrojenstein Lantman vindt dat de verhuizing van instellingen naar kleinere woonvoorzieningen de gezondheid van verstandelijk gehandicapten extra kwetsbaar heeft gemaakt. Ze krijgen niet altijd de zorg die ze nodig hebben. Ze leven vaak in armoede, met alleen een uitkering en veel extra kosten.
Elke huisarts heeft 10 tot 15 verstandelijk gehandicapten onder zijn patiënten. Ze zijn minder goed in staat hun eigen gezondheidsproblemen op te lossen en gebruiken minder huismiddeltjes en zelfmedicatie, stelt Van Schrojenstein Lantman. Ook kunnen ze hun klachten vaak niet goed onder woorden brengen; ze zijn dan afhankelijk van de capaciteiten van familie of arts om hun klachten te interpreteren. Dat kan leiden tot verkeerde diagnoses en het onterecht aan de verstandelijke beperkingen toeschrijven van problemen, die in feite een psychiatrische of lichamelijke achtergrond hebben.
Van Schrojenstein Lantman stelt een nieuwe zorgketen voor. De eerste schakel is een speciaal opgeleide verpleegkundige die als vraagbaak fungeert, zelfstandig geprotocolleerde werkzaamheden verricht, voorlichting geeft en gezondheidsproblemen signaleert. De huisarts kan vervolgens de gebruikelijke huisartsenzorg verlenen. Als de huisarts er behoefte aan heeft, is een Avg (specialistische arts voor verstandelijk gehandicapten) beschikbaar.