Dat antwoordde Vws-minister Klink tijdens een discussie in de Tweede kamer, aan kamerlid Agema (pvv). Van begin 2006 tot halverwege vorig jaar kwamen 325 meldingen binnen bij de Inspectie. Dat zijn er buitengewoon veel, vindt de minister. “Uit jaarverslagen van instellingen komt naar voren dat veel zaken niet worden gemeld. Ik beschouw dit als een enorm maatschappelijk probleem. In de gehandicaptenzorg bestaat onduidelijkheid over wat er nu moet worden gemeld. Men weet dat incidenten tussen hulpverleners en cliënten altijd moeten worden gemeld. Sommige instellingen melden de incidenten tussen cliënten onderling of tussen bezoekers en cliënten niet. Andere instellingen doen dat weer wel. Daar komt bij dat seksueel misbruik een breed begrip is. Het behelst zowel ongewenste intimiteiten als ruwe bejegeningen. Ongewenste intimiteiten zijn grensoverschrijdend, maar ruwe uitingen daarvan zijn natuurlijk wel een behoorlijke graad erger. Bij de 325 meldingen was 35 keer een hulpverlener betrokken.”
De minister wijst op het Verbetertraject ‘seksueel
misbruik’ dat bedoeld is om de handelingsverlegenheid van hulpverleners
te verkleinen. Het veld werkt hard aan verbetering, volgens de minister. “De
cijfers zijn dramatischer dan wij aanvankelijk dachten, zodat er alle reden is
om hier iets aan te doen.
Mevrouw Agema was nauwelijks tevreden over het antwoord van
de minister. Zij vindt dat de directie van een instelling die geen aangifte
doet, ontslagen moet worden. “De minister richt zich vooral op preventie, maar
het gaat erom dat de instellingen nu ook eens met harde hand aangepakt worden.”