De Nederlandse Zorgautoriteit
zegt dat de fusie mogelijk negatieve
gevolgen heeft voor de consument. De zorgaanbieders kunnen een ongewenste
machtspositie krijgen. De NZa constateerde al eerder dat naarmate een
zorgaanbieder groter is, de tarieven voor het zorgkantoor hoger zijn. Op de
AWBZ-markt is de cliënt aangewezen op het zorgkantoor in zijn regio. Dat
zorgkantoor heeft als taak voldoende zorg voor de cliënten in de regio in te
kopen. Grote aanbieders kunnen druk uitoefenen op het zorgkantoor en dus op de
prijzen.
De taakverdeling tussen de NMa en de NZa is als volgt: de NMa controleert
of de ‘mededingingswet’ wordt nageleefd (in de zorg, en ook in het
bedrijfsleven). Daaronder valt het kartelverbod en fusiecontrole. De NZa houdt
voor elke zorgsector markttoezicht. Bij fusies in de zorg is de NMa eindverantwoordelijk,
maar zij weegt de adviezen van de NZa mee.
Kijk op www.espria.nl , wwwnmanet.nl , en www.nza.nl .