Er is een nieuwe richtlijn van het Nederlands centrum voor jeugdgezondheidszorg om autismestoornissen bij kinderen zo vroeg mogelijk te helpen opsporen. Ouders/verzorgers hebben baat bij een zo vroeg mogelijke ondersteuning bij de opvoeding en ontwikkeling van hun kind/cliënt. De Jgz-richtlijn autismespectrumstoornissen besteedt uitgebreid aandacht aan vroege signalen van autisme en aan de kwaliteit en bruikbaarheid van signalerings- en screeningsinstrumenten.
Verder komt in de richtlijn de begeleiding van kinderen en jongeren en hun ouders aan de orde in de onzekere tijd die voorafgaat aan de diagnose. Ook wordt aandacht besteed aan de samenwerking met andere professionals, zoals huisarts, kinderartsen, kinderpsychiaters, psychologen en (ortho)pedagogen.
Kenmerken
De richtlijn bestaat uit:
Ouders en professionals
Uit het hoofdstuk perspectief van ouders en professionals: De communicatie en samenwerking tussen ouders en professionals staat centraal. Wanneer ouders zorgen uiten over de ontwikkeling van hun kind of wanneer professionals zorgen hebben, is aandacht voor goede communicatie tussen ouders en professionals van wezenlijk belang. Er zijn vragen opgesteld om de weg van een 'niet-pluis gevoel' naar een mogelijke diagnose Ass optimaal te laten verlopen, zodat adequate ondersteuning snel kan worden ingezet.
Niet-pluis gevoel
Veelal zijn het de ouders die als eersten merken dat de ontwikkeling van hun kind anders verloopt dan ze verwachten. Het 'niet-pluis gevoel' van de ouders kan emotionele onrust met zich meebrengen. Door zorgen en een 'niet pluis gevoel' van ouders en anderen in de omgeving van het kind serieus te nemen kan adequate ondersteuning sneller worden geboden. Het hoofdstuk bevat ook adviezen om de communicatie tussen professional en ouders zo goed mogelijk te laten verlopen.
Lees de richtlijn op www.ncj.nl