Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
Menu

Nieuws 01/05

1 mei 2007 Door de redactie Geen reacties
Controle Arbeidsinspectie De Arbeidsinspectie voert komend najaar, vanaf september, een grote controle uit in de gehandicaptenzorg. De inspectie kiest elk jaar enkele speerpunten, en dit jaar zijn wij weer aan de beurt. Op een bijeenkomst van vakbonden AbvakaboFnv en CnvPubliekezaak legde projectleider Jacques van der Pols uit hoe de Arbeidsinspectie te werk gaat. De inspecteurs zullen in elk geval letten op werkdruk, fysieke belasting en agressie. Binnenkort wordt een brochure verspreid om de aandacht op de komende inspectie te vestigen. Ondernemingsraadsleden kunnen met hen meelopen. De inspectie maakt een afspraak met een instelling, en die moet de ondernemingsraad waarschuwen. Praktijk Van der Pols: “Wij kijken of een instelling op de goede weg is. Vaak is het beleid er wel, maar voldoet de praktijk nog niet. Dan is de alarmering bijvoorbeeld niet adequaat. Wij weten vaak wel dat er meer speelt dan wij boven tafel krijgen, maar er worden veel te weinig klachten bij ons ingediend.” Een ondernemingsraad kan een klacht indienen over de werkomstandigheden, maar ook elk individu; anonimiteit wordt dan gewaarborgd. “Veel kortdurend verzuim is een aanwijzing voor een probleem in de werkorganisatie, bijvoorbeeld werkdruk, agressie, of wat dan ook. Zorg voor medewerkers betaalt zich terug.” Van der Pols hamerde er ook meermalen op: “Agressie en geweld horen er niét bij.” De praktijk van veel werkers in de gehandicaptenzorg is anders. Van der Pols vindt dat het beleid sterk gefocust is op de cliënt, met soms “te weinig oog voor de medewerkers.” Reacties van aanwezige ondernemingsraadsleden: “Het komt vaak voor dat mensen hun mond maar houden.” En: “Ik maak pesten van dichtbij mee. Op papier is het geregeld, maar de praktijk is anders.” Meer informatie op www.arbeidsinspectie.nl. Stagefonds Er komt een stagefonds voor verzorgenden en verpleegkundigen in opleiding. Staatssecretaris Bussemaker wil op die manier zorgen voor extra stageplekken, en de kwaliteit ervan. Veel Roc’s hebben een wachtlijst voor hun leerlingen die in de zorg stage willen lopen. Instellingen hebben vaak te weinig geld en menskracht om stagiaires goed te begeleiden. De omvang van het stagefonds is nog niet bekend. Onrust in Emmen Buurtbewoners in de wijk Parc Sandur in Emmen zijn de overlast zat van het woonproject voor licht verstandelijk gehandicapte jongeren, waarover wij in KLIK van oktober 2006 berichtten. Bewoners van naburige huizen hebben veel geluidsoverlast, en soms zijn de cliënten van de Trans ronduit agressief. De begeleiders zouden onvoldoende of niet ingrijpen, aldus een buurman. De buurtbewoners hebben de politie ingeschakeld en een ultimatum gesteld. Ze dreigen met een proces als er op 16 mei geen voor hen aanvaardbare oplossing is. Plan van aanpak De Trans is bezig met een plan van aanpak voor het project. Eén bewoner is ondertussen verhuisd. De instelling betreurt de situatie net zo als de betrokken wijkbewoners, aldus directeur Blacquière. “Wonen in een wijk is aan bepaalde gangbare en algemeen gewaardeerde spelregels en grenzen gebonden. Het is onder meer de taak van de Trans om cliënten te leren zich die spelregels eigen te maken, en hen te ondersteunen om binnen die grenzen te functioneren. In Parc Sandur is dat niet goed gegaan en heeft er te lang een periode van overlast voor buurtbewoners bestaan.” Te lang, omdat de Trans vasthield aan de begeleidingswens van cliënten, en omdat geen andere woonplek voorhanden was. De situatie is volgens Blacquière “weer beheersbaar” geworden. Kans op herhaling zou klein zijn, maar de buurtbewoners hebben daar vooralsnog weinig vertrouwen in. De Trans zal op 16 mei een plan van aanpak presenteren. Als je niet kunt vluchten Het ministerie van Binnenlandse zaken maakt zich zorgen dat mensen met een handicap niet kunnen vluchten bij brand of een andere ramp. Minister Ter Horst heeft daarover een brief geschreven aan gemeenten, provincies en instellingen. Kort geleden schonk het ministerie aandacht aan de brandveiligheid van instellingen; nu wijst de bewindsvrouw erop dat mensen die ‘om de hoek’ wonen, meestal niet als gehandicapte bekend zijn bij rampendiensten. Uit onderzoek blijkt dat ‘ongeveer 15 procent van de Nederlandse bevolking in geval van een calamiteit tegen problemen oploopt die het gevolg zijn van een persoonlijke beperking: ze zijn onvoldoende mobiel om te kunnen vluchten, raken in paniek omdat zij door een verstandelijke beperking niet weten hoe juist te handelen, of nemen signalen niet waar door een zintuiglijke handicap.’ Eenvoudige maatregelen Gemeentelijke rampenplannen besteden volgens Ter Horst nauwelijks aandacht aan gehandicapten, en zij vindt dat dat moet veranderen. ‘Een paar eenvoudige maatregelen’ kunnen volgens haar hun veiligheid ‘aanzienlijk verhogen.’ Het ministerie heeft verschillende initiatieven ontplooid. Zo zouden ook ‘mensen met echte beperkingen’ moeten meedoen aan rampenoefeningen. Een idee voor een bijzonder uitje? Maar ‘een van de belangrijkste knelpunten is dat hulpverleningsdiensten niet goed weten waar mensen met een beperking wonen, en wanneer dus met extra mensen of materieel uitgerukt moet worden.’ Ter Horst suggereert dat meldkamers voortaan bij iedere melding vragen of er mensen met beperkingen aanwezig zijn. Daarnaast zouden gemeenten hun inwoners de mogelijkheid moeten geven om zich te laten registreren. Tolhuis In Sassenheim zijn twee locaties voor werk en dagbesteding van zorgaanbieder het Raamwerk geopend. Dat gebeurde door de onthulling van een tolhuis in keramiek, gemaakt door cliënten.     Flexibel werk bevordert overwerk Steeds meer werkgevers willen graag flexibele werknemers hebben, ook in de gehandicaptenzorg. De vraag naar kleine contracten en korte diensttijden per dag, neemt nog steeds toe. Dat komt door de vraag van de klant, verweren werkgevers zich. Maar het is voor veel medewerkers knap lastig. In theorie kun je werk- en zorgtaken beter combineren, als je flexibel werkt. Maar de praktijk is anders, heeft sociologe Patricia van Echtelt ontdekt. Zij deed diverse onderzoeken, en promoveerde daarop onlangs aan de rijksuniversiteit Groningen. Overwerk Gevolg van flexibel werken is ‘dat veel mensen meer werken dan ze eigenlijk willen. En al dat overwerk schaadt het welbevinden van de werknemers.’ Werknemers hebben steeds grotere verantwoordelijkheid. ‘Omdat mensen hun werk graag goed willen doen, zijn ze sneller geneigd om extra (onbetaalde) uren te maken,’ constateert Van Echtelt. Maar uit haar onderzoek blijkt dat het werkplezier vaak helemaal niet zo hoog is; ‘dat is dus zeker niet de reden om lange werkdagen te maken. Bovendien is overwerk hoe dan ook schadelijk voor (het welzijn van) werknemers, of iemand nou plezier in zijn werk heeft of niet.’ Zij constateert een ‘tirannie van kleine beslissingen: elke dag neem je de beslissing om nog even iets af te maken na werktijd, maar al die kleine beslissingen bij elkaar opgeteld leveren een resultaat op waarvoor je eigenlijk helemaal niet had willen kiezen.’ Dat geldt evengoed voor mensen die in deeltijd werken. ‘Al kies je als werknemer heel bewust voor meer vrije tijd in plaats van wat extra geld, je ontkomt niet aan overwerken. De hoeveelheid werk blijft doorgaans namelijk hetzelfde.’ Eis Vrouwen maken minder overuren dan mannen, maar ‘moeten net zo goed aan alle eisen voldoen. Overwerken is echter lastiger voor vrouwen, simpelweg omdat ze er vaak de tijd niet voor hebben. Zorg- en huishoudelijke taken komen namelijk nog altijd vooral voor rekening van de vrouw. En in plaats van een extra mogelijkheid is flexibiliteit een eis geworden. Als je niet altijd beschikbaar bent, kom je simpelweg niet meer in aanmerking voor het werk.’

Wil je reageren op dit artikel? Log dan in als abonnee!