Arduin onder vuur
In een tv-uitzending is veel kritiek geuit op de directeur van stichting Arduin in Zeeland. Anonieme medewerkers uitten veel klachten.
Op 20 mei was een tv-uitzending van Zembla grotendeels gewijd aan stichting Arduin in Zeeland. De bedoeling was dat de uitzending zou gaan over integratie van verstandelijk gehandicapten, en waarom dat soms niet goed uitpakt. Maar de stichting Twentse Zorgcentra kwam maar kort aan bod. En over Arduin werd vooral gemeld dat de zaken daar niet goed lopen, en dat directeur Piet van den Beemt het niet goed doet. Jammer van het onderwerp, maar het nieuws over Arduin leidde wel tot actie in de Tweede Kamer. De SP heeft aan staatssecretaris Bussemaker onder meer gevraagd wat zij ervan vindt, dat bij Arduin ‘ongekwalificeerd personeel medische handelingen uitvoert, zoals het toedienen van medicatie, het inbrengen van infusen en het afnemen van bloed, en tevens een grote verantwoordelijkheid krijgt toebedeeld.’ Ook wil deze partij weten of de bewindsvrouw signalen heeft kregen ‘dat – onder andere door het inzetten van ongekwalificeerd personeel – de kwaliteit van de zorg in het geding zou zijn?’ De SP suggereert een onderzoek door de Inspectie voor de gezondheidszorg.
Down syndroom in examenopgave
Bij de eindexamens is voor het vak biologie is een opdracht gegeven over het vóórkomen van Down syndroom.De opgave luidde: ‘Bij mensen met het syndroom van Down komt in elke lichaamscel een extra chromosoom 21 voor. Dit wordt ook wel aangeduid met trisomie 21. Als een vrouw van 20 jaar zwanger is, is de kans dat haar kind trisomie 21 heeft 1 op 2.300. Bij vrouwen van 45 jaar en ouder is die kans groter dan 1 op 100. Toch komen er meer zwangerschappen met trisomie 21 voor bij jonge vrouwen dan bij vrouwen van 45 jaar en ouder. Geef hiervoor een verklaring.’Indicatie moet eenvoudiger
De indicatiestelling in de zorg moet eenvoudiger, concludeert staatssecretaris Jet Bussemaker aan het eind van de 100-dagen oriëntatie door het kabinet.
Zij heeft al concrete plannen op het terrein van thuiszorg, verpleging en verzorging. Zij laat onderzoeken of de geldigheidsduur van de indicatiebesluiten in de gehandicaptenzorg en de geestelijke gezondheidszorg, verlengd kan worden tot langer dan vijf jaar.
Instellingen beginnen bedrijfjes
Zeven grote instellingen voor gehandicaptenzorg gaan zelf bedrijven oprichten en begeleiden, om zo werkgelegenheid te creëren voor hun cliënten, maar ook voor hun medewerkers.
Het gaat uit onze sector om de zorgaanbieders:
Stage als reisbegeleider
Vakantie-organisatie Set-reizen biedt stageplaatsen aan studenten van het Albeda college in Rotterdam.
Zij kunnen als begeleider mee op een reis van Set. Het bedrijf hoopt zo op nieuwe en vooral jonge aanwas van begeleiders. Set-reizen zet meer en meer betaalde beroepskrachten in, in plaats van vrijwilligers.De stagiairs studeren aan de afdeling Sport en bewegen van het Albeda college, differentiatie bewegingsagogiek.
Informatie over de reisorganisatie op www.set-reizen.nl.
Meer aandacht nodig voor pijnbestrijding bij baby’s
Vermoedelijk wordt jaarlijks enkele tientallen malen het leven van een pasgeborene beëindigd’ stelt de Gezondheidsraad in een notitie. Maar het wordt zelden gemeld. ‘Dat heeft waarschijnlijk te maken met onduidelijkheid over de voorwaarden waaronder een beroep op overmacht wordt aanvaard.’
Er is een commissie van deskundigen ingesteld, die het Openbaar Ministerie zal adviseren over het al dan niet vervolgen van een arts voor levensbeëindiging van een pasgeborene. Die ingreep is in principe aanvaardbaar als er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden, en de ouders met de levensbeëindiging instemmen. De arts moet tenminste één andere onafhankelijke arts raadplegen.
Nederland is een van de weinige landen waar ongeveer bekend is hoe vaak en in welke situaties het leven van baby’s wordt beëindigd. Maar er is nog onduidelijkheid over het begrip levensbeëindiging: als een baby ook zonder ingrijpen binnen heel korte tijd zou zijn overleden, kun je er dan wel van spreken?
De Gezondheidsraad stelt: ‘Uitspraken over de toekomstige kwaliteit van leven van een kind zullen altijd met onzekerheid zijn omgeven. Dat noopt tot terughoudendheid bij besluitvorming over het niet-instellen of staken van levensverlengend handelen of over levensbeëindiging op die grondslag. Overigens doet dat niets af aan de ethische en juridische norm dat medisch handelen waarvan geen positieve bijdrage meer te verwachten valt, niet is toegestaan en dient te worden gestaakt.’
Maar: ‘In de discussie over levensbeëindiging bij pasgeborenen zijn alternatieve mogelijkheden om het lijden van het kind te verlichten tot dusverre onderbelicht gebleven. Het verdient daarom aanbeveling meer aandacht te besteden aan palliatieve sedatie en aan grotere terughoudendheid bij het instellen van een levensverlengende behandeling.’
De deskundigencommissie toetst ook afbreking van een zwangerschap na 24 weken, wat in principe strafbaar is. Een arts kan een beroep op overmacht doen als het verzoek tot afbreking van de zwangerschap verband houdt met een ernstige aandoening van het kind. Een argument daarbij is ‘actueel lijden’ van een ongeborene. De Gezondheidsraad vindt dat er meer onderzoek moet komen naar de pijnbeleving van foetussen.
Overwegingen bij het beëindigen van het leven van pasgeborenen. Te downloaden op de website van de Gezondheidsraad: www.gr.nl.