De Inspectie erkent de rol van begeleiders bij medische zorg voor cliënten: ‘Zij staan het dichtst bij de cliënt en kunnen, ondersteund door de nurse practitioner en verpleegkundigen, fungeren als case-managers.’
De gespecialiseerde Avg-artsen worden minder belangrijk. Volgens de Inspectie gaan steeds meer taken over naar gewone huisartsen. En ‘persoonlijk begeleiders hebben meer verantwoordelijkheid gekregen voor het signaleren van medische en verpleegkundige vragen, doordat de (Avg-)artsen niet meer elk moment beschikbaar zijn voor vragen.’
In het algemeen vindt de Inspectie dat de medische zorg erop is vooruitgegaan: ‘De cliëntveiligheid is toegenomen, vooral door de toegenomen toegankelijkheid van de medische zorg. De Avg had doorgaans een veel langere aanrijtijd dan de huisarts. Medische zorg is door de bereikbaarheid van de huisartsen sneller beschikbaar, zowel overdag als tijdens avonden, nachten en weekeinden.’
En: ‘De scholing en training die nurse practitioners in een aantal instellingen geven aan begeleiders zorgt ervoor dat de begeleiders bepaalde verpleegkundige handelingen beter, en dus veiliger, kunnen uitvoeren.’
‘Het aandeel cliënten dat voor de eerstelijnszorg een beroep doet op de Avg zal verder afnemen,’ voorspelt de Inspectie. Een ‘relatief klein deel’ van de verstandelijk gehandicapten heeft structureel specialistische Avg-zorg nodig. Er dreigt desalniettemin een tekort aan die gespecialiseerde artsen. Het aantal opleidingsplaatsen wordt groter, zo besloot minister Klink kort geleden.