Nana (oma) uit Ghana moest lange jaren wachten voor haar fel begeerde kleinzoon werd geboren. Karin Bokhove beschrijft hoe haar schoonmoeder na jaren eindelijk haar zoon Kofi ziet, die een verstandelijke beperking en klassiek autisme heeft.
Nana uit Ghana werd al omringd door een schare kleinkinderen, maar deze was speciaal. Hij was de oudste zoon van haar oudste zoon en een halve Europeaan. Enkele dagen na zijn geboorte vroeg ze om een foto, dan kon ze nagaan of het kind naar de vader of de moeder kleurde. Ze was gerustgesteld, hij was licht.
Maar toen we naar Ghana kwamen bleef Kofi thuis. Nana kon haar kleinzoon niet begroeten, maar de video waarin hij rondfladderde sprak boekdelen. Ze begreep het.
Genezing
Steeds vaker bad ze tot God om Kofi’s genezing en vertelde me bezwerend dat het op een dag allemaal goed zou komen. Wij knikten braaf en lieten het maar zo. Wanneer ze aan de telefoon vroeg hoe het met Kofi ging, zeiden we “Goed. Goed. Goed hoor.”
Wat hadden we haar ook ongerust moeten maken met de talloze stormen die we doorstonden. Ons leven van kapotte deuren, stormlopen op de snoepkast, gebroken neuzen, tanden die zich in ons vel zetten. Dit woeste kind dat we ‘s nachts vastbonden in zijn bed. Wat had ze eraan het allemaal te weten?
Naar Europa
In het decennium na de eeuwwisseling volgden onze bezoeken aan Ghana elkaar steeds sneller op. Begin 2012 filmde ik Nana. We kletsten er wat bij. Ik was druk met de camera in de weer en verstond haar binnensmondse gepraat in een taal die ik net een beetje beheerste maar half.
Om het gesprek op gang te houden vroeg ik of ze eindelijk een keer naar Europa kwam. We hadden het er weleens over gehad, maar ze had het altijd afgehouden. Haar antwoord drong pas na ettelijke seconden tot me door, “Als ik mijn kleinzoon heb gezien, kan ik sterven.”
Oeps. Ik knikte wat en concentreerde me op de opname.
Thuisgekomen speelde ik het filmfragment ettelijke malen af en liet het tenslotte aan Kwame horen die luidkeels lachend verkondigde dat ik het mis had.
Enkele maanden later was hij bezig met de voorbereiding van haar reis.
Nana kwam die zomer. Haar kleinzoon was zich van haar bestaan niet bewust. Geestelijk een peutertje, fysiek een beer van een vent.
Geitenwollen sokken
Met een lach van oor tot oor stapte ze de aankomsthal van Schiphol binnen. Gehuld in een dikke trui, waaronder de felle kleuren van haar traditionele jurk tevoorschijn piepten. De geitenwollen sokken die ze voor de gelegenheid had aangeschaft staken in haar teenslippers. Ze maakte de reis van haar leven. Zij ging naar haar zoon die het had gemaakt in Europa. En eindelijk, eindelijk zou ze haar kleinzoon in levenden lijve te zien krijgen.
We waren bang dat Nana vergeefs contact met hem zou zoeken en waarschuwden dat Kofi haar waarschijnlijk zou negeren. Maar we konden er niet verder naast zitten.
Onverbiddelijke werkelijkheid
In de loop der jaren was Nana gaan geloven dat haar bidden effect had gesorteerd, maar toen haar kleinzoon eindelijk fladderend en brullend voor haar stond, staarde de werkelijkheid haar onverbiddelijk in het gezicht.
Die eerste middag sloeg haar opgetogenheid om in onthutsing. Terwijl ze naast hem aan onze keukentafel zat, depte ze haar ogen met een zakdoek, trok zich terug in haar verdriet.
Verbijsterd
Onderwijl bekeek Kofi haar vol interesse: We hadden haar eerder die middag oma genoemd. Maar hij had al een oma en die was dood. Met een verbijsterd gezicht was hij naar haar foto aan de muur gerend en had er met zijn vingers op getikt. Heen en weer rennend tussen die foto en zijn Ghaneze oma had hij ons strak aangekeken, tot wij haar omdoopten tot ‘Nana’. Toen was het goed.
Nu hij haar tranen zag biggelen, sloeg hij zijn arm om haar schouders en drukte kleine kusjes op haar voorhoofd. Zachtjes streelde hij met zijn enorme hand over haar rug, terwijl zij snotterde.
Bij de roedel
Blijkbaar concludeerde Kofi dat Nana bij onze roedel hoorde, want vanaf dat moment zag hij er nauwlettend op toe dat ze bij de groep bleef. Wanneer ze tijdens een wandeling achterop raakte, was hij degene die terugliep en haar ferm bij de elleboog nam.
Gaandeweg werden ze vrienden, lagen gezellig tegen elkaar aan op de bank, brabbelden tevreden geluidjes en liepen gearmd door het bos. Nana’s ‘finest hour’ was tijdens één van die omzwervingen. Ineens stond Kofi stil, keek zijn oma aan, en noemde haar bij d’r Ghaneze naam “Nana”.
Vertrek
Na vijf weken Nederland was het tijd om te vertrekken. Kofi die het weekend bij ons had gelogeerd, werd teruggebracht naar Robijn. Moe legde hij zich in bed. Daar nam ze afscheid, waarschijnlijk voorgoed, bleef dralen naast zijn kussen, maar kleinzoon draaide zich resoluut met zijn rug naar haar toe. Het was bedtijd.
Gewapend met twee koffers vol cadeaus en een dik fotoboek reisde Nana terug de warmte in.
Ze houdt tegenwoordig precies bij welke weekenden haar kleinzoon thuiskomt. Dan vraagt ze hoe het is verlopen. Ver weg is nu toch dichterbij. |
Door Karin Bokhove, moeder van Kofi. Zij schrijft onder meer het weblog 'Het kleine leven van Kofi', waar deze aflevering januari 2016 verscheen.