"Oh, het gaat echt lekker met mijn kids! Allemaal hebben ze nu hun master binnen, goede baan gevonden, niet dat ik het snap, iets met venture capital.” Karin Bokhove, moeder van Kofi die een verstandelijke beperking en autisme heeft, schrijft hoe de ‘successen’ van anderen haar confronteren met de schaduwzijde van haar ouderschap.
“Kijk, ook mijn jongste heeft nu een leuke vriendin, dat is ze!" Ze douwt haar mobieltje onder m'n neus: Blonde paardenstaart van dertien in een dozijn, zo uit het schap te trekken.
"O leuk," mompel ik.
"Hij heeft een appartementje gekocht. Ja weet je, die prijzen stijgen maar door, dus ze moeten nú instappen. Er is een extra kamertje voor eventuele uitbreiding."
Je kunt de tevredenheid van haar gezicht schrapen.
"Fijn hoor," zeg ik vlak.
"Kijk hier poseert mijn Hans voor zijn nieuwe stulpje. Zijn zussen hebben hem geholpen met verhuizen. Oh, ze zijn zo close! Daarna zijn we met zijn allen een hapje wezen eten. Wanneer ik mijn kroost zo samen zie, voel ik me echt een mater familias."
Vier paardenstaarten naast vier niet meer zo piepjonge aardappelkoppen. Steile haren, bolle neuzen, keurige zijscheidingen. Hollands welvaren in optima forma.
"Enig." Ik moet empathie tonen en doe voorwaar mijn best, maar in mijn hoofd gonst het: Vervelende etterbakken, lelijke kneuzen, perfect geslaagde kutkinderen. En jij ook wegwezen vriendin, en neem dat leventje van je maar mee.
Kift
Ja mensen, hier gromt mijn boze schaduw. Officieel gun ik al mijn vrienden en vriendinnen hun goed gebakken kinderen. Ze hoeven hun mooie momenten niet voor me te verzwijgen. Ik kan het hebben, zegt mijn volwassen ik.
Maar terug in mijn eigen stilte veeg ik die zelfvoldane grijnzen van hun kinderkoppen. Laat ze struikelen, knal hun goed geregelde bestaan in duigen. Ik kick ze met een welgemikte judotrap van dat high potential traineeship. Verkneukel me wanneer het blonde paardenstaartje er met zijn beste vriend vandoor gaat. Constateer tevreden dat de oudste wegens een gokverslaving het gezamenlijke huishouden op losse schroeven zet. En och, daar loopt dat perfect geproportioneerde hersenweefsel van de jongste een zeldzame aandoening op. Wat rot zeg.
Het zal ze mores zal leren. Succes is geen keuze.
Ik geef toe, het is de kift. Al die leuke leventjes met weekendjes weg, al die welverdiende rust na de kinders tot aan de drempel van de volwassenheid te hebben gebracht. Dat wil ik ook! Maar ik mag tot mijn dood blijven ploeteren met mijn mislukte kind.
Stom toeval
Ja, zo denk ik dan. Mislukt kind. Niet als ik hem zie hoor, dan hou ik gewoon van hem. Maar zodra ik me spiegel aan anderen, flipt het muntje om. Mislukt kind. Mislukte moeder. Mislukt leven. Somberend zet ik mijn tegenslagen in rijtjes, het zijn er teveel, het is niet eerlijk!
Gelukkig duurt het nooit lang voor ik mezelf bestraffend toespreek, Hou op met kniezen.
Het is me overkomen, niemand heeft het me aangedaan. God niet, niemand niet, de vroedvrouw niet (al heb ik haar wel het een en ander te verwijten) en ikzelf al helemaal niet. Stom toeval is het, niets meer en niets minder. Meestal draag ik mijn tegenslag waardig. Ik ben niet sneu.
Onverschokken
Op goede momenten feliciteer ik mezelf zelfs weleens. Mijn kind hoeft niet mee te doen aan de ratrace richting succes: Geen doelen najagen, geen stress op het werk, niet forenzen in een stinkende ochtendtrein, niet roken of drinken. Hij hoeft alleen maar te zijn. Elke dag weer.
Meestal gaat hij met een lach door de dag. zijn leven is goed, tenzij er een hond grommend op hem afrent, of de zaken angstwekkend anders gaan dan hij gewend is. Dan loopt het spaak in zijn hoofd. Daar ligt geen brede hersenbaan klaar om over weg te vluchten richting begrip en duiding, slechts duizenden onverharde weggetjes waar hij in paniek overheen fladdert tot hij op een haperende synaps stuit waar de kortsluiting toeslaat.
Het vraagt om een onverschrokken kalmte waar ik niet over beschik, om moed die me soms in de schoenen zinkt, om kracht waaraan het me ontbreekt.
Zondebokje
Op zulke momenten gaat mijn driftleven op zoek naar zondebokjes. Nee, geen moslims of andere minderheden die de mythe van Hollands glorie in de weg staan. Mijn vrienden zijn mijn spiegel, vooral hun nageslacht. Venijnig laat ik blonde paardenstaarten klitten en rechte scheidingen ontsporen.
Maar geen zorgen. Ik besef dat mijn boze gedachten slechts een uitlaatklep zijn. Die geslaagde jongens en meisjes kunnen er ook niks aan doen. Het is niet hun schuld dat ze geen beste vriendjes zijn geworden met mijn kind.
Ik bekijk hun foto's, lach beleefd en wens ze een zorgeloos leven toe, met af en toe een pietsje tegenslag. |
Aflevering van het weblog 'Het kleine leven van Kofi', door Karin Bokhove, moeder van Kofi. Bekijk ook haar video ‘25 jaar Kofi in 7 minuten’.