Onderzoek naar ‘vergeten slachtoffers’ in instellingen in Tweede Wereldoorlog

Hoe gingen instellingen binnen de gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg tijdens de Tweede Wereldoorlog om met hun patiënten? Dat onderzoeken het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie en de Universiteit Utrecht in opdracht van brancheorganisaties VGN en GGZ Nederland.

Voor het onderzoek hebben beide brancheorganisaties een onafhankelijke stichting in het leven geroepen: Stichting Vergeten Slachtoffers Tweede Wereldoorlog.

De wens om landelijk te onderzoeken wat er met deze vergeten slachtoffers in instellingen is gebeurd tussen 1940-1945 komt voort uit eerder kleiner veldonderzoek. Zo is bekend hoe het er bij de Willem Arntsz Hoeve in Den Dolder aan toe ging. Daarover verscheen begin vorig jaar een boek, waardoor de vergeten slachtoffers een gezicht kregen.

Eerherstel
VGN, GGZ en ook het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) willen weten hoe het in heel Nederland gesteld is met dit verzwegen oorlogsleed. Onderzoek in enkele Europese landen heeft aangetoond dat vele patiënten onder erbarmelijke omstandigheden zijn overleden.

Het onderzoek moet bijdragen aan:

• eerherstel voor de overleden psychiatrische patiënten en mensen met een beperking;
• meer duidelijkheid voor verwanten van de overledenen over wat er is gebeurd met hun familieleden;
• een beter inzicht in het verleden voor medewerkers van instellingen.

Breed draagvlak
Het onderzoek naar de vergeten slachtoffers heeft breed draagvlak in Nederland. Het belang is onderschreven door de voormalige staatssecretaris van VWS, Martin van Rijn, en door het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Daarnaast is er een groeiende steun voor dit onderzoek bij patiënten-, cliënten- en beroepsorganisaties.

Zonder een brede steun van organisaties in de gehandicapten- en geestelijke gezondheidszorg kan het onderzoek niet plaatsvinden. Stichting Vergeten Slachtoffers Tweede Wereldoorlog hoopt daarom op beschikbaarstelling van informatie en gegevens, het eventueel verlenen van concrete medewerking en deels financieel ondersteunen van het onderzoek. De kosten voor het onderzoek moeten voor de helft worden gedragen door het veld. Voor de financiering van de andere helft vraagt de stichting subsidie bij fondsen en overheid aan.

Antwoordformulier
Organisaties kunnen hun interesse kenbaar maken door een antwoordformulier in te zenden. Dit is als bijlage te vinden bij het bericht over het onderzoek op de VGN-website. Daar staan ook de bestuursleden van de stichting en hun e-mailadressen genoemd, voor wie extra informatie nodig heeft.  |