Nieuwe kennis en vaardigheden tijdens het werk leren, daar wordt veel gebruik van gemaakt in de gehandicaptenzorg. Dit zogeheten werkplekleren is een van de manieren om jezelf verder te ontwikkelen in het vak. Welke methodes zijn er eigenlijk, en wat werkt het best? Om die vraag te beantwoorden is onderzoek gedaan door Tilburg University vanuit het programma Gewoon Bijzonder.
Eerst is literatuuronderzoek gedaan en daarna zijn zorgorganisaties benaderd met vragen over werkplekleren. Uiteindelijk werkten 20 organisaties mee, van klein tot groot, en daar kwamen 32 methoden van werkplekleren uit naar voren. Deze methoden zijn onder te verdelen in vier categorieën:
Op de website van Kennisplein Gehandicaptensector staan voorbeelden van deze methoden.
Werkplekopleiden
Overigens blijkt het merendeel van de 32 casussen eigenlijk geen werkplekleren, maar werkplekopleiden te zijn: dan gaat het om bedoeld, door anderen geïnitieerd en op het individu gefocust leren. Er was weinig terug te vinden over wat de werknemers feitelijk leerden en er is ook weinig wetenschappelijk onderbouwing aanwezig over de gebruikte methoden. Slechts vier van de 32 casussen keken naar het effect op zowel leren als individuele prestatie en was er tamelijk goede wetenschappelijke evidentie voorhanden.
Tijd en aandacht nodig
De onderzoekers zagen dat vooral zelf op een zelfgekozen moment aan de slag gaan met informatie erg in trek is in de gehandicaptenzorg. En hoewel werkplekleren tegenwoordig door het personeelstekort al snel verbonden wordt met tijdswinst, is dat eigenlijk een misvatting. Want ook iemand coachen kost tijd en aandacht, net als het formuleren van de leervraag, ruimte maken voor uitproberen, reflectie en evalueren. |
Een overzicht van de verschillende methoden is te vinden in de volledige eindrapportage Werkplekleren. Een onderzoeksproject uitgevoerd door Tilburg University in opdracht van ZonMw.