Het kabinet wil de behandeling van mensen met een verstandelijke beperking overhevelen naar zorgverzekeraars. Heel onverstandig, oordeelt Matthijs Heijstek, orthopedagoog-generalist bij Zozijn en onderzoeker bij de Universiteit Utrecht. Hij reageert met een opiniestuk in NRC op deze plannen van het kabinet en put hierbij ook uit eigen ervaringen.
Heijstek geeft eerst aan hoe het er momenteel aan toegaat: mensen met een verstandelijke beperking die in een woonvoorziening verblijven, vallen onder de Wet langdurige zorg. Ze krijgen van het CIZ een zorgzwaartepakket, waarmee ze recht hebben op een woonplek, begeleiding, dagbesteding en (para)medische en gedragsdeskundige behandeling. Dat laatste wil het kabinet dus overhevelen naar de zorgverzekeraars.
Waarom is dit volgens Heijstek een slecht plan?
Omdat hiermee de expertise bij complexe problemen, zoals gedragsproblemen, weggenomen wordt. En dat kan ertoe leiden dat de sector – net als in 2017 – weer te maken krijgt met schrijnende gevallen: cliënten waar familie niet eens meer bij in de buurt durft te komen.
Deze groep cliënten zat veelal in de crisiszorg, omdat in de bestaande zorg geen plek voor hen was. Destijds werd de oplossing gevonden in maatwerkplaatsen, waar cliënten met complex gedrag behandeld konden worden door onder meer orthopedagogen, muziektherapeuten en psychomotorische therapeuten.
Dat kan toch ook best doorgaan als het kabinet dit naar de zorgverzekeraars overhevelt? Nee, stelt Heijstek in zijn opiniestuk in NRC. Bij zorgverzekeraars is behandeling altijd iets tijdelijks. En deze cliënten hebben blijvend behandeling nodig.
Waarom wil minister Conny Helder van Langdurige Zorg en Sport de behandeling eigenlijk overhevelen naar de zorgverzekeraars?
Volgens Heijstek wil de minister een eind maken aan de rechtsongelijkheid. Cliënten die bijvoorbeeld nog bij hun ouders wonen, krijgen nu namelijk minder makkelijk toegang tot de behandeling. Door het overhevelen maakt ze het echter voor iedereen moeilijker bereikbaar, zegt Heijstek. Een ander argument voor de minister is geld: het zal forse bezuinigingen tot gevolg hebben. En dan heeft hij het nog niet eens over de bureaucratie die verder zal toenemen.
Zelf was Heijstek betrokken bij de behandeling van een aantal complexe cliënten. Hij maakte mee dat het gedrag veranderde, doordat de omgeving beter bij hen aansloot. Een van deze cliënten oefent iedere woensdagochtend met een psychomotorisch therapeut hoe hij spanning uit zijn lijf kan krijgen en op vrijdagmiddag verwerkt hij zijn week al zingend bij de muziektherapeut. En het team begeleiders vergadert nog elke twee weken met de orthopedagoog, want al gaat het nu goed, hij blijft kwetsbaar. Het woord behandeling is hier niet iets tijdelijks. Het staat hier niet voor genezen, maar om het laten aansluiten van de omgeving. |