Ouders van verstandelijk gehandicapten hebben niet veel vertrouwen in hun gemeente, zo bleek tijdens de algemene ledenvergadering van oudervereniging KansPlus. En uit een enquête van KansPlus onder gemeentes blijkt dat de meeste nog geen idee hebben hoe ze de zorg voor verstandelijk gehandicapten vanaf 1 januari 2015 gaan aanpakken. De bijeenkomst werd ingeleid door Femmianne Bredewold, die in haar proefschrift 'Lof der Oppervlakkigheid' schreef over de beperkte mogelijkheid om als verstandelijk gehandicapte te integreren in de samenleving. Ouders herkenden veel in haar verhaal.
De overheid rekent erop dat de buurt mensen met een verstandelijke beperking zullen helpen integreren in de maatschappij. Maar in de praktijk komen contacten tussen mensen zonder en met verstandelijke of psychische beperkingen om allerlei redenen niet tot stand, constateert Femmianne Bredewold
Het verwatert weer
In die gevallen dat er wél contact is tussen mensen met en zonder een verstandelijke beperking gaat het vaak om oppervlakkig contact, zegt Bredewold. Mensen komen niet bij elkaar over de vloer. Ze groeten elkaar op straat of maken daar vrijblijvend een praatje. Groeit dit contact uit tot meer betrokkenheid, dan verdwijnt de wederkerigheid die het contact zo prettig maakt. Het contact verandert in liefdadigheid en wordt vervolgens door beide partijen niet meer als 'normaal' ervaren. Vaak verwatert het dan weer.
Vreemd
De reacties van ouders onderstrepen de bevindingen van Femmianne Bredewold. Ze hopen dat het gemeentelijke beleid voor verbetering zal zorgen, maar houden hun hart vast. Een paar opmerkingen uit de zaal:
Deskundigheid verdwijnt
De leden van KansPlus hopen dat de gemeente de ervaringskennis van ouders zullen gebruiken:
Geen sjoege
Wat gemeenten volgens de aanwezige ouders in ieder geval niet moeten doen, is onderschatten hoeveel er komt kijken bij een goede ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking.
Gemeenten zijn niet klaar
KansPlus heeft afgelopen maand een enquête gehouden onder alle gemeenten en Wmo-adviesraden naar de mate waarin gemeenten klaar zijn voor de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning. In totaal is vanuit 73 verschillende gemeenten een reactie gekomen. De resultaten zijn niet bemoedigend. Veel belangrijke besluiten zijn nog niet genomen, terwijl de wet al op 1 januari 2015 ingaat. En waar dat wel het geval is, blijkt een gemeente vaak onvoldoende rekening te houden met de specifieke behoeften van mensen met een verstandelijke beperking.
Uitkomsten enquête
Een paar uitkomsten van de enquête: Een formeel vastgestelde beleidsnota is in 41% van de gemeenten nog niet voorhanden. 24% van de gemeenten weet nog niet hoe de zogeheten keukentafelgesprekken georganiseerd gaan worden. Bij 57% van de ondervraagde gemeenten is nog geen inkoopbeleid vastgesteld. 66% geeft aan geen specifiek beleid voor mensen met een verstandelijke beperking te ontwikkelen. Hoe de dagbesteding geregeld wordt is in 64% van de gemeenten nog niet bekend. 32% van de gemeenten wil extra druk leggen op de familie om mantelzorg te verlenen, terwijl familie van mensen met een verstandelijke beperking doorgaans al jarenlang doet wat ze kan. 45% van de gemeenten heeft in de voorbereiding van het beleid geen contact gelegd met de doelgroep zelf.
Lees op www.kansindewmo.nl de resultaten van de enquête.